
Msgr. Darío Castrillón Hoyos e.a. - 15 augustus 1997
Op dit terrein kunnen de niet-gewijde gelovigen kostbare medewerking verlenen. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, De pastorale zorg rond de zieken en de ziekenzalving, Ordo unctionis infirmorum eurumque pastoralis curae (7 dec 1972). Praenotanda, 17. Editio typica, Vaticaan 1972 Ontelbaar zijn de getuigenissen van daden en gebaren van naastenliefde die niet-gewijde personen, alleen of in vormen van gemeenschappelijk apostolaat, ten aanzien van de zieken vervullen. Het gaat hier om een christelijke aanwezigheid van de eerste orde in de wereld van lijden en ziekte. Waar de niet-gewijde gelovigen de zieken begeleiden in de zwakste momenten van het leven, is het hun verlangen naar het Sacrament van Vergeving en het Sacrament van de Ziekenzalving op te wekken; zij moeten hen helpen een juiste gesteldheid te bereiken en hen voorbereiden op een goede sacramentele en persoonlijke biecht evenals op het ontvangen van de Heilige Zalving. Bij het toedienen van sacramentaliën zullen de niet-gewijde gelovigen ervoor zorgen, dat deze handeling er niet toe leidt, dat men er een sacrament in ziet, waarvan de bediening exclusief eigen is aan de bisschop en de priester. In geen enkel geval kunnen zij die geen priester zijn zalvingen verrichten, niet met olie die voor de ziekenzalving is gezegend, noch met olie die niet gezegend is.
Voor de bediening van dit Sacrament steunt de canonieke wetgeving op de leer, die theologisch zeker is, en op de eeuwenoude praktijk van de Kerk, Vgl. Jak. 5, 14-15 Vgl. H. Thomas van Aquino, In libros Sententiarum. In IV Sent. d. 4 q. un. Vgl. Concilie van Florence, Decreet, Sessio VIII - 8e Sessie: Decreet voor de Armeniërs, Exsultate Deo - Decretum pro Armenis (22 nov 1439), 16 Vgl. Concilie van Trente, 14e Zitting - De leer over het Sacrament van het Heilig Oliesel, Sessio XIV - Doctrina de sacramento extremae unctionis (25 nov 1551), 4.7.11volgens welke die priester de enige geldige bedienaar is. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1003. § 1 Deze norm is volledig in overeenstemming met het theologische mysterie dat aangeduid wordt en gerealiseerd door middel van het dienstwerk van de priester.
Er moet op gewezen worden, dat het uitsluitend voorbehouden zijn van de dienst van de zalving aan de priester verband houdt met de vergeving der zonden en het waardig ontvangen van de Eucharistie. Niemand anders kan de rol van gewoon of buitengewoon bedienaar van dit sacrament vervullen; iedere handeling in deze zin betekent een stimulatie van het sacrament. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1379.392. § 2