8 oktober 1988
FIDES ET INCULTURATIO Geloof en inculturatie |
|||
► | Actuele problemen van de inculturatie | ||
► | Het christelijk geloof en de opvattingen van de moderne tijd |
De technische veranderingen die geleid hebben tot de industriële revolutie en daarna tot de ingrijpende verstedelijking, hebben het hart van de bevolking tot in zijn diepte geraakt die uit deze veranderingen zowel profijt getrokken heeft als er vaak genoeg slachtoffer van geworden is. Voor de gelovigen wordt het zo een dringende en moeilijke taak de moderne cultuur te begrijpen met haar karakteristieke trekken en met haar verwachtingen en behoeften vanuit het door Jezus Christus gebrachte heil.
De industriële revolutie was evenzeer ook een culturele revolutie. De voorheen vertrouwde waarden werden ter discussie gesteld, zoals b.v. de betekenis van het persoonlijk en gemeenschappelijk werk, de directe relatie van de mens tot de natuur, de binding aan een verzorgend gezin zowel in het wonen als in het werk, de verworteling in overzichtelijke lokale en godsdienstige gemeenschappen, het delen in tradities, riten, ceremonies en viering die zin verlenen aan belangrijke momenten van het bestaan. Doordat de industrialisatie leidde tot een ongeordende concentratie van de bevolking, tastte zij de eeuwenoude waarden sterk aan, zonder gemeenschappen te vormen die de nieuwe culturen konden integreren. Zodra de meest berooide volkeren op zoek zijn naar een passend ontwikkelingsmodel, zijn de voordelen maar ook de gevaren en de menselijke kosten en schade van de industrialisatie beter bekend.
Grote vooruitgang is geboekt op tal van levensgebieden : voeding, gezondheid, opvoeding, transport en toegang tot consumptiegoederen van elk soort. Grote onrust komt echter op in het collectief onbewuste. In vrij veel landen heeft het idee van vooruitgang vooral na de Tweede Wereldoorlog plaats gemaakt voor ontgoocheling. Als een rationele produktie en administratie het welzijn van de mensen veronachtzamen, zijn zij in feite onredelijk. De emancipatie uit de leefgemeenschappen heeft de mens laten opgaan in de eenzame massa. De nieuwe communicatiemedia maken evenveel stuk als zij kunnen verenigen. Door de technische vindingen die aan de wetenschap te danken zijn, lijkt diezelfde wetenschap zowel scheppend als ook moorddadig. Daarom wanhopen sommigen aan de moderne tijd en spreken over een nieuwe onmenselijkheid. Ondanks zo vele mislukkingen en gebreken dient men te hopen op een morele opleving van alle volkeren, rijke en arme. Als het Evangelie verkondigd en gehoord wordt, is een culturele en spirituele omkeer mogelijk : het nodigt uit tot solidariteit, tot zorgzaamheid voor het omvattend welzijn van de persoon, tot de bevordering van de gerechtigheid en de vrede en tot de aanbidding van de Vader van Wie alle goeds voortkomt.
De inculturatie van het Evangelie in de moderne samenlevingen vereist een gezamenlijke methodiek van onderzoek en actie. Deze benadering veronderstelt bij de verantwoordelijken voor de evangelisatie :
Een houding van ontvankelijkheid is vereist bij ieder die de wereld van deze tijd wil begrijpen en evangeliseren. De moderne tijd gaat vergezeld van onmiskenbare ontwikkelingen op tal van materiële en culturele gebieden : welzijn, menselijke mobiliteit, wetenschap, onderzoek, opvoeding en een nieuwe zin voor solidariteit. Bovendien heeft de Kerk van het Tweede Vaticaans Concilie nadrukkelijk kennis genomen van de nieuwe omstandigheden waarin zij haar zending ten uitvoer moet brengen. Juist in de culturen van de moderne tijd zal de Kerk van morgen opgebouwd worden. Wat het inzicht betreft is de traditionele zegswijze van toepassing die Pius XII hernomen heeft: men moet „een rijker begrip en juister beoordeling trachten te krijgen van de cultuur en de instellingen der verschillende volken, en de eigen geestelijke waarden en gaven van deze volken trachten te ontwikkelen en hoger op te voeren... Alles wat in de gebruiken en gewoonten van de volken niet onafscheidelijk samenhangt met bijgelovige praktijken en dwalingen, vindt altijd welwillende beoordeling en wordt, zo mogelijk, ongeschonden bewaard”. Paus Pius XII, Encycliek, Over de eenheid van de menselijke maatschappij, Summi Pontificatus (20 okt 1939), 38
Het Evangelie werpt fundamentele vragen op bij iemand die ingaat op de leefwijze van de moderne mens. Hoe kan men voor deze mens de radicaliteit van de boodschap van Christus verduidelijken : de onvoorwaardelijke liefde, de evangelische armoede, de aanbidding van de Vader en de voortdurende instemming met zijn wil? Hoe kan men opvoeden tot een christelijke zin van het lijden en de dood? Hoe opwekken tot geloof in en hoop op de verrijzenis die Jezus Christus volbracht heeft?
Wij moeten een bekwaamheid ontwikkelen om de culturen te analyseren en daarin de morele en spirituele ontvankelijkheid waar te nemen. De hele Kerk zal in beweging gebracht moeten worden om succesvol de uiterst complexe taak van de inculturatie van het Evangelie in de moderne wereld ten uitvoer te brengen. Wij dienen ons in dit opzicht aan te sluiten bij het beleid van Johannes Paulus II : „Vanaf het begin van mijn pontificaat heb ik het ervoor gehouden, dat de dialoog van de Kerk met de culturen van onze tijd een levensbelangrijk terrein is waarvan het lot van de wereld aan dit einde van de twintigste eeuw afhangt''. H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Aan Kardinaal Agostino Casaroli, staatssecretaris, waarmee de Pauselijke Raad voor de Cultuur ingesteld is (20 mei 1982). in : Arch. v.d. Kerken 37 (1982), 1166-1171; hier: 1166