8 oktober 1988
Na opgemerkt te hebben dat het van belang was „dat door de kracht van het evangelie de beoordelingsnormen, de belangrijke waarden, de overheersende interessen en opvattingen, bronnen van inspiratie en leefmodellen van het menselijk geslacht, die met het woord en het heilsplan van God in strijd zijn, worden geraakt en als het ware omgegooid”, wees Paulus VI erop „dat geëvangeliseerd moet worden — niet van buiten, zoals een ornament of uiterlijke kleur wordt aangebracht, maar van binnen, vanuit het centrum van het leven en tot in de wortels van het leven — ofwel dat met het evangelie de cultuur en ook de culturen van de mens moeten doordrongen worden in de volste en breedste zin van die woorden in de constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965)... Niettemin wordt het rijk dat door het evangelie wordt aangekondigd beleefd door mensen die van hun eigen cultuur zijn doordrenkt en bij het opbouwen van dat rijk noodzakelijk gebruik maken van bepaalde elementen van beschaving en menselijke culturen”. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 19-20