
8 oktober 1988
Het christelijk geloof als dusdanig overschrijdt elke natuurlijke en culturele ordening. Op grond hiervan is het enerzijds heel verenigbaar met alle culturen, voorzover deze overeenstemmen met juiste inzichten en de goede wil, maar anderzijds is het christelijk geloof in eminente zin een factor die de cultuur bevordert. Er bestaat een principe dat de samenhang tussen geloof en cultuur verduidelijkt: de genade respecteert de natuur, zij geneest de verwondingen van de zonde, zij versterkt en verheft de natuur. Deze verheffing tot het goddelijk leven is de specifieke doelstelling van de genade, maar zij kan zich niet verwezenlijken zonder de natuur te genezen en zonder dat de verheffing tot de bovennatuurlijke orde de natuur in haar eigenlijke vlak tot de volheid van haar voltooiing brengt.