• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Op de achtergrond van de theologische problematiek die we zojuist bekeken hebben, bevindt zich steeds het christologische vraagstuk, dat wij nu aansnijden. Beide zijn zeer nauw met elkaar verbonden. Vanwege de complexiteit van het probleem behandelen we ze afzonderlijk. De grootste moeilijkheid van het christendom is steeds de ‘menswording van God’, die aan de persoon en het handelen van Jezus Christus de karakteristieken uniciteit en universaliteit verleent wat betreft het heil van de mensheid. Hoe kan een particulier en historisch gebeuren een universele aanspraak hebben? Hoe kan men, alle godsdiensten respecterend en zonder die bij voorbaat als onvolmaakt en inferieur te beschouwen, een interreligieuze dialoog aangaan, als wij in Jezus Christus en alleen in Hem de unieke en universele Verlosser van de mensheid erkennen? Zou men de persoon en het heilzame handelen van God niet kunnen opvatten, uitgaande van andere middelaars dan Jezus Christus?

Het christologische probleem is wezenlijk verbonden met dat van de heilswaarde van de godsdiensten, waaraan wij reeds hebben gerefereerd. Wij concentreren ons hier wat meer op de bestudering van de christologische consequenties van de theocentrische posities. Een consequentie ervan is het zogenaamde ‘heilzame theocentrisme’, dat een pluraliteit van legitieme en waarachtige heilsbemiddelingen accepteert. Binnen deze positie schrijft een groep theologen, zoals wij reeds opmerkten, aan Jezus Christus een normatieve waarde toe, aangezien zijn persoon en zijn leven, op de duidelijkste en meest beslissende manier, Gods liefde voor de mensen openbaren. De grootste moeilijkheid van deze opvatting bestaat erin dat zij noch binnen noch buiten het christendom een onderbouwing geeft van deze normativiteit die men aan Jezus toeschrijft.

Een andere groep theologen verdedigt een heilzaam theocentrisme met een niet normatieve christologie. Christus loskoppelen van God berooft het christendom van iedere universalistische heilsaanspraak (en zou aldus een authentieke dialoog met de godsdiensten mogelijk maken), maar impliceert dat men tegen het geloof van de kerk en met name tegen het dogma van Calcedon moet kiezen. Deze theologen zijn van mening dat dit dogma een door de Griekse filosofie historisch geconditioneerde uitdrukking is, die geactualiseerd moet worden, omdat het de interreligieuze dialoog verhindert. De incarnatie zou geen objectieve, maar een metaforische, poëtische, mythologische uitdrukking zijn. Die maakt er slechts aanspraak op de liefde van God aan te duiden die zich in mannen en vrouwen incarneert waarvan het leven Gods handelen weerspiegelt. De uitspraken over de heils-exclusiviteit van Jezus Christus kunnen door de historisch-culturele context verklaard worden: klassieke cultuur (slechts één zekere en onveranderlijke waarheid), eschatologisch-apocalyptische mentaliteit (laatste profeet, definitieve openbaring) en de instelling van een minderheid (taalgebruik waarin overleven benadrukt wordt, een unieke verlosser).

De belangrijkste consequentie van deze opvatting is dat Jezus Christus niet beschouwd mag worden als de unieke en exclusieve middelaar. Alleen voor christenen is Hij de menselijke gestalte van God, die de ontmoeting van de mens met God op adequate wijze mogelijk maakt, zij het zonder exclusiviteit. Hij is totus Deus , want Hij is de actieve liefde van God op deze aarde, maar niet totum Dei , want Hij put Gods liefde als zodanig niet uit. We zouden ook kunnen zeggen: totum Verbum, sed non totum Verbi . Aangezien de Logos groter is dan Jezus, kan Hij zich ook incarneren in stichters van andere godsdiensten.

Deze zelfde problematiek keert terug wanneer men stelt dat Jezus de Christus is, maar dat Christus meer is dan Jezus. Dit vergemakkelijkt de universalisering van het handelen van de Logos bij de godsdiensten uitermate. Maar de nieuwtestamentische teksten vatten de Logos van God niet op zonder Jezus. Een andere manier van argumenteren in deze zelfde lijn bestaat erin Gods universele heilshandelen tot te schrijven aan de heilige Geest, wat niet noodzakelijkerwijs tot het geloof in Jezus Christus zou leiden.

Document

Naam: HET CHRISTENDOM EN DE GODSDIENSTEN
Soort: Internationale Theologische Commissie
Datum: 30 september 1997
Copyrights: © 1997, Secretariaat RKK, Utrecht
In opdracht van p. Georges Cottier o.p., secr.-gen. van de ITC, vertaald door prof. dr. J. Ambaum m.m.v. mw. drs. M.-L. Meulemans
Bewerkt: 19 november 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test