• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

POSITIEF BEELD VAN DE HUWELIJKSMORAAL, GESCHETST VANUIT HAAR ROEPING
Kort na het verschijnen van de encycliek Humanae Vitae

Geliefde zonen en dochters,

Vandaag biedt zich een verplicht onderwerp voor onze toespraak aan: de encycliek over de geboortenregeling H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
, die we deze week hebben gepubliceerd, We gaan ervan uit, dat u bekend bent met de tekst van dit pauselijk schrijven, of althans met zijn hoofdinhoud. Het is niet alleen de uiteenzetting van een negatieve zedenwet, waardoor iedere handeling wordt uitgesloten die de voortplanting onmogelijk beoogt te maken Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 11-14, maar vooral een positief beeld van de huwelijksmoraal, geschetst met het oog op haar taak van liefde en vruchtbaarheid, 'in het perspectief van een alomvattend zicht op de mens en op de taak waartoe hij is geroepen en die niet slechts natuurlijk en aards is, maar tegelijk bovennatuurlijk en eeuwig' H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 7. In de encycliek wordt een fundamenteel hoofdstuk belicht uit het persoonlijke leven. het maatschappelijke leven, het huwelijksleven en het gezinsleven van de mens, maar er wordt geen uitputtende verhandeling gegeven over alles wat de mens aangaat op het gebied van huwelijk, gezin en goede zeden: een grenzeloos gebied, waarop het kerkelijk leergezag nog wel eens kan en misschien moet terugkomen vanuit een ruimere, organischer, synthetiseher opzet. Deze encycliek is een antwoord op vragen, op twijfels, op tendensen waarover, zoals iedereen weet, de laatste tijd een wereldwijde, verhitte discussie is ontstaan; vragen ook waarbij wij in onze taak van leraar en herder ten nauwste betrokken zijn geraakt. Over het stuk zelf willen we het nu niet hebben: enerzijds lijkt het onderwerp al te netelig en zwaarwichtig voor de eenvoudige, populaire trant van een wekelijkse toespraak als deze; anderzijds staan er rond de encycliek, thans reeds en straks nog meer, genoeg publikaties, ter beschikking voor wie in het onderwerp als zodanig belangstelt vgl. bijvoorbeeld: G. Martelet, Amour conjugal et renouveau conciliaire.

Afdoende, diepgaande, smartelijk doorleefde bestudering van het zwaarwichtige probleem

Met u willen we gewoon even spreken niet zozeer over het werk zelf als wel over enige gevoelens waarvan we doordrongen waren tijdens de allesbehalve korte periode van voorbereiding.

Allereerst hadden wij het gevoel van een enorme verantwoordelijkheid. Dit gevoel heeft ons vier jaar lang bij het bestuderen en uitwerken van deze encycliek bezield, terwijl we doordrongen tot de kern van het vraagstuk en ons daarmee ophielden. Wij bekennen, dat dit gevoel voor ons ook een niet geringe geestelijke kwelling heeft betekend. Nooit heeft ons ambt ons zo zwaar gewogen als in deze aangelegenheid. Al wat we konden, hebben we bestudeerd, gelezen, besproken en we hebben ook veel gebeden. De omstandigheden van een en ander zijn u voor een deel bekend. We moesten een antwoord geven aan de Kerk, aan heel de mensheid. Met heel de verantwoordelijkheid, maar ook heel de vrijheid van onze apostolische opdracht moesten we de waarde bepalen van een traditionele, niet slechts eeuwenoude, maar ook recente leer, de leer van onze drie laatste voorgangers. We waren verplicht de Conciliaire onderrichtingen over te nemen die wijzelf hadden gepromulgeerd. We voelden ons genegen mee te gaan, zover we naar onze mening konden, met de conclusies - al hadden deze een adviserend karakter van de commissie die is ingesteld door Paus Johannes XXIII, z.g. en uitgebreid door onszelf, maar tevens voelden we ons geneigd tot de nodige voorzichtigheid. Wij waren op de hoogte van de uiterst heftige en tevens uiterst gezagvolle gedachtenwisselingen over dit zeer belangrijke onderwerp. We hoorden de luidruchtige stem van de publieke opinie en van de pers. We beluisterden de zachtere, maar voor ons vader- en herdershart heel wat treffender stem van tallozen. achtenwaardige vrouwen vooral, die zich benard voelden door het pijnlijke probleem en hun nog veel pijnlijker eigen ervaringen. We lazen de wetenschappelijke rapporten over alarmerende bevolkingsproblemen in de wereld, vaak gestaafd door deskundige studies en regeringsprogramma's. Van allerlei zijden bereikten ons publikaties, deels ingegeven door het onderzoek van afzonderlijke wetenschappelijke aspecten van het probleem, deels door realistische beschouwingen over een groot aantal zorgwekkende sociologische omstandigheden of door de tegenwoordig zo pressante overweging van de veranderingen die iedere sector van het moderne leven overspoelen ...

Heel vaak hebben we het gevoel gehad als het ware te worden overweldigd door deze stapels documentatiemateriaal. Heel vaak hebben we bemerkt, hoe slecht, menselijkerwijze gesproken, onze schamele persoon was opgewassen tegen de formidabele apostolische plicht om ter zake een uitspraak te doen. Heel vaak hebben we huiverend voor het dilemma gestaan: ofwel gemakzuchtig toe te geven aan gangbare meningen ofwel een uitspraak te doen die de huidige samenleving kwalijk zou accepteren; die misschien eigenmachtig de huwelijksbeleving te zwaar zou belasten!

Het geweten van de paus open voor de stem van de waarheid en van de goddelijke leefregel

We hebben tal van afzonderlijke adviezen ingewonnen bij personen die uitblonken door hun zeden, hun geleerdheid en hun pastorale hoedanigheden. We hebben de verlichting afgesmeekt van de Heilige Geest en ons geweten volledig en onbelemmerd opengehouden voor de stem van de waarheid. Zo hebben we de goddelijke leefregel trachten te vertolken die wij zien voortvloeien uit de intrinsieke vereisten van de ware menselijke liefde, uit de fundamentele structuren van het huwelijksinstituut, uit de persoonlijke waardigheid van de huwelijkspartners, uit hun zending ten dienste van het leven en ook uit de heiligheid van het christelijk huwelijk. Wij hebben ons bezonnen op de onveranderlijke bestanddelen in de overgeleverde en nog steeds geldende leer van de Kerk, vooral natuurlijk op de onderrichtingen van het jongste Concilie. Van deze en van gene beslissing hebben we de gevolgen gewikt en gewogen. En we hebben niet getwijfeld aan onze plicht om uitspraak te doen in de bewoordingen die zijn vervat in de onderhavige encycliek.

Nauwlettend pastoraal afwegen van toelaatbare suggesties uit het kamp van de wetenschap en van de sociologische werkelijkheid

Een ander gevoel waardoor we ons bij ons werk voortdurend hebben laten leiden, is de naastenliefde geweest: herderlijk medeleven met wie geroepen zijn hun eigen persoonlijkheid te integreren in het huwelijksleven en in het gezin. Van harte hebben we daarbij de personalistische opvatting van de huwelijksgemeenschap gevolgd die typerend is voor de leer van het Concilie. Daardoor hebben we aan de liefde, oorsprong en voedingsbodem van die gemeenschap, de vooraanstaande plaats kunnen inruimen die haar past in een subjectieve waardebepaling van het huwelijk. Verder hebben we alle suggesties overgenomen die binnen de grenzen van het toelaatbare bleven om het onderhouden van de ongewijzigde leefregel te vergemakkelijken. Aan de uiteenzetting van de leer hebben we gemeend een enkele praktische aanwijzing van pastorale aard te moeten toevoegen. Wij hebben de taak gehonoreerd die de mannen van wetenschap toekomt bij een voortgezette bestudering van het biologische geboorteproces alsook bij de juiste aanwending van therapeutische middelen en de juiste toepassing van de daarmee samenhangende zedelijke normen. Wij hebben de verantwoordelijkheid en daarmee de vrijheid erkend van de huwelijkspartners als uitvoerders van Gods plan met het menselijk leven zoals dit plan voor hun persoonlijk welzijn en dat van hun kinderen wordt geïnterpreteerd door het kerkelijk leergezag. En we hebben verwezen naar de hoge doelstellingen waardoor de Kerk zich in haar leer en haar praktijk laat inspireren: het menselijk welzijn bevorderen, de menselijke waardigheid beschermen, begrip opbrengen voor de moeilijkheden en steun daarbij bieden, de mensen voeren tot een levendig verantwoordelijkheidsbesef, tot krachtige, evenwichtige zelfbeheersing, tot kloekmoedig onder ogen zien van de grote, algemeen geldende levensplichten en van de offers die er worden vereist om de deugd te kunnen beoefenen en een vruchtbaar, gelukkig gezinsleven te kunnen opbouwen.

Vast vertrouwen in de katholieke gehuwden en in heel hel volk van God

Tenslotte zijn we bij het moeizaam redigeren van dit stuk nooit in de steek gelaten door een gevoel van hoop: de hoop, dat het stuk op eigen kracht als het ware, namelijk door zijn menselijke waarachtigheid, in goede aarde zal vallen, niettegenstaande het thans wijd verbreide uiteenlopen van de meningen; niettegenstaande de moeilijkheden die er op de aangegeven weg kunnen liggen voor al wie die weg trouw wil volgen en ook voor wie ze onbevangen aan anderen moet wijzen, vanzelfsprekend met de bijstand van de God van het leven. De hoop ook, dat speciaal de geleerden in het stuk zelf de onvervalste verbindingslijn weten te ontdekken met de christelijke levensopvatting; een lijn die ons het recht geeft het woord van Paulus in de mond te nemen: 'Nos autem sensum Chrisli habemus', onze gedachten echter zijn die van Christus" (1 Kor. 2, 16). De hoop tenslotte, dat juist de katholieke gehuwden zullen begrijpen, dat ons woord, hoe streng en hard het ook mag klinken, de vertolking wil wezen van de diepste kern in hun onderlinge liefde, die immers is geroepen zichzelf te overstijgen tot een navolging van Christus' liefde voor zijn mystieke bruid de Kerk. En de hoop, dat zij de eersten zullen zijn om ieder praktisch initiatief te bevorderen dat erop is gericht het gezin in zijn noden bij te staan, in zijn ongerepte vorm tot bloei te brengen en het moderne gezin te verrijken met een eigen spiritualiteit, bron van volmaaktheid voor elk van zijn leden, bron van zeden verheffend getuigenis in de samenleving Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 11 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 48.

U ziet wel, zeer geliefde zonen en dochters: het is een uitzonderlijk probleem, dat een uiterst netelig en zwaarwichtig aspect van het menselijk bestaan bestrijkt. Zelf hebben we het trachten te bestuderen en uiteen te zetten met alle waarheidsliefde en naastenliefde die het onderwerp van ons leergezag en dienstambt mocht vergen. Zo vragen wij ook aan elk van u, of u nu rechtstreeks bij de kwestie betrokken bent of niet, dat u het in ogenschouw wilt nemen met al de eerbied die het verdient, in het ruime, stralende totaalbeeld van het christelijk leven.

Met onze apostolische zegen.

Document

Naam: POSITIEF BEELD VAN DE HUWELIJKSMORAAL, GESCHETST VANUIT HAAR ROEPING
Kort na het verschijnen van de encycliek Humanae Vitae
Soort: H. Paus Paulus VI - Audiƫntie
Auteur: H. Paus Paulus VI
Datum: 31 juli 1968
Copyrights: © 1968, Katholiek Archief jrg. 23, nr. 34
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test