Johannes Kard. Villot - 1 november 1973
De priester die voorgaat in een Eucharistieviering met kinderen, moet zijn best doen om de viering zo te maken dat ze spreekt van feestelijkheid, saamhorigheid en meditatie Zie nr. 37, want meer nog dan in de Eucharistievieringen met volwassenen moet deze stemming bij de viering worden opgeroepen door de priester. Het hangt af van zijn persoonlijke voorbereiding en van de wijze waarop hij zich gedraagt en waarop hij spreekt.
Allereerst moet hij zorgen voor de waardigheid en de eenvoud van zijn gebaren. Als hij de kinderen toespreekt, moet hij zich zo uitdrukken, dat hij gemakkelijk kan worden begrepen, met vermijding evenwel van iedere al te kinderlijke vormgeving.
De aansporingen die hij vrij is te geven Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 11, moeten de kinderen brengen tot een echte liturgische deelneming en niet alleen maar schoolse verklaringen zijn.
Om de kinderen in de juiste stemming te brengen zal het vruchtbaar zijn als de priester hen nu en dan met zijn eigen woorden uitnodigt, bv. tot de schuldbelijdenis, tot het gebed over de gaven, tot het gebed des Heren, tot de vrede-wens en tot de Communie.
Rekening houdend met de aard van de liturgie als een aktiviteit van de gehele mens en met de kinderpsychologie, moet deelneming door uiterlijke gedragingen en lichaamshouding in de Eucharistievieringen met kinderen sterk bevorderd worden, in overeenstemming met de leeftijd van de kinderen en met de plaatselijke gewoonte. Veel hangt af niet alleen van de gedragingen van de priester zie nr. 23, maar ook van de wijze waarop de gehele gemeenschap der kinderen zich gedraagt.
Als een bisschoppenconferentie overeenkomstig de bepaling van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst
Institutio Generalis Missalis Romani
Algemene Inleiding op het Romeins Missaal (26 maart 1970) de uiterlijke gedragingen tijdens de Eucharistieviering aanpast aan de volksaard Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 21, moet deze ook rekening houden met de speciale gesteldheid van de kinderen of uitsluitend voor de kinderen zulke aanpassingen vaststellen.
In een Eucharistieviering met kinderen moet het grootste belang worden gehecht aan het eucharistisch gebed, het hoogtepunt van de gehele viering. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 54 Veel hangt af van de wijze waarop dit gebed door de priester wordt uitgesproken zie nrs. 23 en 37 en waarop de kinderen door hun aandachtig luisteren en hun acclamaties daaraan deelnemen.
De gesteltenis die bij dit centrum van de viering wordt vereist, de rust en de eerbied waarmee alles geschiedt, moeten de kinderen uiterst attent maken op de werkelijke tegenwoordigheid van Christus op het altaar onder de gedaanten van brood en wijn, op zijn offer, op de dankbetuiging door Hem, met Hem en in Hem en tevens op het offer van de kerk dat dan plaats vindt, waardoor de gelovigen zichzelf en hun leven met Christus aanbieden aan de eeuwige Vader in de Heilige Geest.
Intussen moet men gebruik maken van de vier gebeden die door het hoogste gezag voor de Eucharistievieringen met volwassenen zijn goedgekeurd en die voor het liturgisch gebruik zijn ingevoerd, totdat de Apostolische Stoel voor de Eucharistievieringen met kinderen een andere voorziening heeft getroffen.
Na het einde van het eucharistisch gebed dient steeds het Gebed des Heren te volgen, de breking van het brood en de uitnodiging tot de Communie zie nr. 23, aangezien in de structuur van dit gedeelte van de Mis aan deze onderdelen de hoogste betekenis toekomt.