Johannes Kard. Villot - 1 november 1973
Naast de Eucharistievieringen waaraan de kinderen tegelijk met hun ouders en andere familieleden deelnemen, welke niet altijd en niet overal kunnen geschieden, worden vooral voor de weekdagen aanbevolen de Eucharistievieringen alleen voor kinderen, waaraan slechts enkele volwassenen deelnemen. Dat bij deze Missen bepaalde aanpassingen nodig zijn, is vanaf het begin der liturgische vernieuwing een algemene overtuiging. Zie nr. 3 Over deze aanpassingen, en wel uitsluitend over die van meer algemene aard, zal hieronder (nrs. 38 - 54) worden gesproken.
Voortdurend houde men voor ogen dat zulke Eucharistievieringen de kinderen moeten voorbereiden op de missen voor volwassenen, vooral die waarin de christelijke gemeente op de zondagen behoort samen te komen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 42.106 Daarom moet men afgezien van de aanpassingen die de leeftijd noodzakelijk maakt, niet overgaan tot heel speciale riten Vgl. De eerste bisschoppensynode over de liturgie: Notitiae 3 (1967) 368. die al te zeer afwijken van de gewone Misliturgie met het volk. Het doel der verschillende onderdelen moet steeds beantwoorden aan hetgeen in de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst
Institutio Generalis Missalis Romani
Algemene Inleiding op het Romeins Missaal (26 maart 1970) telkens daarover gezegd is, ook al kan soms om pastorale redenen een volkomen gelijkheid niet worden gevorderd.
De beginselen voor een actieve en bewuste deelneming gelden in zekere zin nog veel meer voor de Eucharistievieringen met kinderen. Men zorge dus dat alles in het werk wordt gesteld om zulk een deelneming te vergroten en te versterken. Daarom moeten zoveel mogelijk kinderen bij de viering een bijzondere rol vervullen, bv.: de ruimte en het altaar in gereedheid brengen (vgl. nr. 29), als zanger optreden (vgl. nr. 24), de koorzang en de instrumentale muziek verzorgen (vgl. nr. 32), de lezingen voordragen (vgl. de nrs. 24 en 47), antwoorden tijdens de preek (vgl. nr. 48), de intenties van de voorbede zeggen, de gaven naar het altaar brengen en andere activiteiten van dien aard volgens de gebruiken van de verschillende volken. (vgl. nr. 34)
Soms kan de deelneming ook worden bevorderd door bepaalde toevoegingen, bv. het inlassen van motieven tot dankbaarheid voordat de priester de dialoog van de prefatie inzet.
Bij dit alles moet men in het oog houden dat uiterlijke handelingen zonder vrucht blijven en zelfs nadelig zijn als ze niet dienstig zijn voor de innerlijke deelneming van de kinderen. Daarom heeft het heilige stilzwijgen ook in de Eucharistievieringen met kinderen zijn betekenis. (vgl. nr. 37) Met grote zorg moet men erop letten dat de kinderen niet vergeten dat alle vormen van deelneming hun hoogtepunt vinden in de Communie, waarin het Lichaam en Bloed van Christus als geestelijk voedsel wordt ontvangen. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 56
De priester die voorgaat in een Eucharistieviering met kinderen, moet zijn best doen om de viering zo te maken dat ze spreekt van feestelijkheid, saamhorigheid en meditatie Zie nr. 37, want meer nog dan in de Eucharistievieringen met volwassenen moet deze stemming bij de viering worden opgeroepen door de priester. Het hangt af van zijn persoonlijke voorbereiding en van de wijze waarop hij zich gedraagt en waarop hij spreekt.
Allereerst moet hij zorgen voor de waardigheid en de eenvoud van zijn gebaren. Als hij de kinderen toespreekt, moet hij zich zo uitdrukken, dat hij gemakkelijk kan worden begrepen, met vermijding evenwel van iedere al te kinderlijke vormgeving.
De aansporingen die hij vrij is te geven Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 11, moeten de kinderen brengen tot een echte liturgische deelneming en niet alleen maar schoolse verklaringen zijn.
Om de kinderen in de juiste stemming te brengen zal het vruchtbaar zijn als de priester hen nu en dan met zijn eigen woorden uitnodigt, bv. tot de schuldbelijdenis, tot het gebed over de gaven, tot het gebed des Heren, tot de vrede-wens en tot de Communie.
Aangezien de liturgie altijd een daad is van de hele kerkelijke gemeenschap, is het gewenst dat tenminste enkele volwassenen daarbij zijn; deze moeten niet aan de Eucharistieviering deelnemen om toezicht te houden, maar om mee te bidden en om de kinderen, voorzover nodig, te helpen. Er is niets op tegen dat één van de volwassenen, die samen met de kinderen aan de Mis deelnemen, met toestemming van de pastoor of van de rector der kerk, na het Evangelie de kinderen toespreekt, vooral als het de priester moeilijk valt zich aan te passen aan de mentaliteit van de kinderen. Daarbij houde men zich aan de bepalingen van de Congregatie voor de Geestelijkheid.
Ook in de Eucharistievieringen met kinderen bevordere men de verscheidenheid van taken, zodat de viering een gemeenschapskarakter vertoont Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 28; men make bv. gebruik van lectoren en zangers, hetzij uit de kinderen, hetzij uit de volwassenen. Door de verscheidenheid van stemmen zal zo de verveling vermeden worden.
De aangewezen plaats voor de viering van de Eucharistie met kinderen is de kerk; toch moet, als daar de mogelijkheid toe is, met zorg een plaats worden uitgekozen die overeenkomt met het aantal deelnemenden en waar de kinderen zich vrij kunnen gedragen in overeenstemming met de eisen van een levende liturgie die aangepast is aan hun leeftijd.
Als echter de kerk aan deze eisen niet beantwoordt, kan het gewenst zijn nu en dan met de kinderen de Eucharistie te vieren buiten de gewijde ruimte, maar dan moet de plaats wel geschikt zijn en een zo hoge viering waardig. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 253
Voor de Eucharistievieringen met kinderen moet een tijd van de dag worden gekozen die het best overeenkomt met hun levensomstandigheden, zodat ze zo ruim mogelijk openstaan voor het aanhoren van het woord van God en het vieren van de Eucharistie.
Een Eucharistieviering op een weekdag waaraan de kinderen deelnemen, zal zeker met groter vrucht en minder gevaar voor verveling gevierd kunnen worden als deze (bv. in internaten, waar de kinderen samen leven) niet iedere dag plaats heeft; bovendien kan ze met meer zorg worden voorbereid als de verschillende vieringen door een langere tussenpoze van elkaar gescheiden zijn.
Soms moet men de voorkeur geven aan een gemeenschappelijke gebedsdienst, waaraan de kinderen spontaan hun bijdrage kunnen leveren, aan een gezamenlijke overweging of aan een viering rond het Woord van God, waarin de voorafgaande Eucharistievieringen hun voortzetting vinden en waardoor de deelneming aan de later volgende een grotere diepte kan krijgen.
Wanneer het aantal kinderen dat tezamen de Eucharistie viert, te groot is, wordt een aandachtige en bewuste deelneming moeilijker. Daarom moet men, als dat mogelijk is, meerdere groepen vormen, die niet strikt volgens leeftijd behoren te worden samengesteld, maar eerder met het oog op de godsdienstige ontwikkeling en op de catechetische voorbereiding.
Tijdens de weekdagen kunnen dergelijke groepen het best op verschillende dagen tot het Misoffer worden uitgenodigd.
Iedere Eucharistieviering met kinderen moet zorgvuldig en tijdig worden voorbereid, vooral met betrekking tot de gebeden, de gezangen, de lezingen en de intenties van de voorbede. Daarbij worde overleg gepleegd met de volwassenen en de kinderen die bij deze Eucharistievieringen een speciale taak hebben. Het is gewenst dat enige kinderen een rol vervullen bij het in gereedheid brengen en versieren van de plaats van de viering en ook bij het gereedmaken van de kelk met de pateen en van de ampullen. Naast de passende innerlijke voorbereiding kunnen óók dergelijke activiteiten dienen om het begrip voor het gemeenschapskarakter van de viering te bevorderen.