Johannes Kard. Villot - 1 november 1973
Ofschoon de liturgie zelf haar eigen onderrichtende invloed Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 33 altijd uitoefent, ook op de kinderen, behoort binnen het catechetisch onderricht op school en door de parochie een bijzonder gewicht te worden toegekend aan een catechese over de Eucharistieviering Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 14, die leidt tot een actieve, bewuste en waarachtige deelneming. Vgl. Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 25 Een dergelijke catechese "aangepast uiteraard aan de leeftijd en het begrip van de kinderen, moet ernaar streven om aan de hand van de voornaamste riten en gebeden de betekenis van de Eucharistieviering bij te brengen, ook met betrekking tot de deelneming aan het leven van de Kerk" Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 44 Vgl. Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 57; dit moet vooral gezegd worden ten aanzien van de teksten van het eucharistisch gebed en van de acclamaties, waardoor de kinderen aan dit gebed deelnemen.
Bijzondere vermelding verdient de catechese waarmee de kinderen worden voorbereid op de eerste Communie. Daarin moeten ze niet alleen leren welke de geloofswaarheden zijn met betrekking tot de Eucharistie, maar ook hoe ze in het vervolg, op hun aangepaste wijze door de boete voorbereid, volledig opgenomen in het lichaam van Christus, actief met het volk van God kunnen deelnemen aan de Eucharistie, deelhebbend aan de tafel des Heren en de gemeenschap van de gelovigen.