Johannes Kard. Villot - 1 november 1973
Voor de kinderen die gedoopt zijn, zowel voor hen die nog niet volledig door de Sacramenten van Vormsel en Eucharistie in het leven der Kerk zijn opgenomen, als voor hen die nog maar pas tot de Heilige Communie zijn toegelaten, behoort de kerk een bijzondere zorg te hebben. Want de huidige levensomstandigheden, waarin de kinderen volwassen worden, zijn voor hun geestelijke groei minder bevorderlijk. Vgl. Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 5 Daarbij komt dat de plicht tot een christelijke opvoeding die de ouders bij het Doopsel van hun kinderen op zich hebben genomen, vaak nauwelijks door hen wordt vervuld.