Paus Pius XI - 14 maart 1937
Evenals andere tijden in het bestaan van de Kerk, zo zal ook deze de voorbode zijn van nieuwe bloei en innerlijke loutering, wanneer de wil van Christus' getrouwen Hem te belijden en de bereidvaardigheid voor Hem te lijden, groot genoeg zijn, om tegenover de fysieke kracht van de verdrukkers het onvoorwaardelijk aanvaarden van een innig geloof, de onverwoestbaarheid van de zekere hoop op het eeuwig leven en de onweerstaanbare almacht van een krachtdadige liefde te stellen. De heilige Vasten- en Paastijd, die verinnerlijking en boete predikt en de blik van den Christen meer nog dan anders op het Kruis, tevens echter op de majesteit van den Verrezene doet richten, moge voor allen en ieder van u een met vreugde begroete en vlijtig benutte aanleiding zijn, verstand en hart, geest en gemoed te vervullen met de geest van heldhaftigheid, lijdzaamheid en overwinning, die van het Kruis van Christus uitstraalt. Dan - daarvan zijn Wij overtuigd - zullen de vijanden van de Kerk, die hun uur gekomen wanen, spoedig inzien dat zij te vroeg hebben gejuicht en te overhaast naar de graf- spade hebben gegrepen. Dan zal de dag komen waarop, in plaats van voorbarige triomfliederen van de vijanden van Christus, uit de harten en van de lippen van de aan Christus getrouwen het Te Deum der bevrijding ten Hemel mag stijgen: een Te Deum van dank aan den Allerhoogste; een Te Deum van vreugde, dat het Duitse volk ook in zijn thans dwalende leden de weg heeft betreden, die voert tot terugkeer naar de dienst van God, dat het in een door leed gelouterd geloof de knie weer buigt voor den Koning van tijd en eeuwigheid, Jezus Christus, en dat het in de strijd tegen degenen, die het christelijk Europa geheel en dat willen vernietigen, in eendrachtig samenwerken met alle goedgezinden van andere volken de roeping gaat vervuilen, door Gods raadsbesluiten aan dit volk toegewezen.