Paus Benedictus XVI - 20 september 2006
Beste broeders en zusters,
vandaag zou ik in gedachte willen teruggaan naar de verschillende momenten van de pastorale reis die de Heer mij afgelopen week toestond in Beieren te volbrengen. Bij het delen met u van de emoties en gevoelens die ik heb ondervonden bij het weerzien van de mij dierbare plaatsen, voel ik vóór alles de behoefte God te danken dat Hij mij deze tweede reis naar Duitsland, en wel voor het eerst naar Beieren, het land waar ik vandaan kom, mogelijk heeft gemaakt. Oprecht dankbaar ben ik ook jegens al degenen die er met toewijding en geduld hebben voor gewerkt hebben dat elke gebeurtenis zo goed mogelijk zou verlopen: Herders, priesters, pastorale werkers, openbare gezagsdragers, organisatoren, ordeskrachten en vrijwilligers.
Zoals ik bij aankomst op het vliegveld van München heb gezegd, was het doel van mijn reis om, bij de herinnering aan hen die hebben bijgedragen aan de vorming van mijn persoon, tevens als opvolger van de apostel Petrus de nauwe banden opnieuw te beamen en te bevestigen die de heilige Stoel van Rome verenigen met de Kerk in Duitsland. De reis is dus niet alleen maar een "terugkeer" naar het verleden geweest, maar ook een door God gegeven gunstige gelegenheid om hoopvol naar de toekomst te kijken: "Wie gelooft is nooit alleen": het motto van het bezoek wilde een uitnodiging zijn om erover na te denken hoe elke gelovige tot de ene Kerk van Christus behoort, waarbinnen men nooit alleen is maar in een voortdurende gemeenschap of communio met God en met alle broeders en zusters.
Daags daarna, op zondag, heb ik de Eucharistie gevierd op het terrein van de "Neue Messe" van München, temidden van de gelovigen die in grote getale van verschillende kanten samengekomen waren. Aan de hand van de Paus Benedictus XVI - Homilie
Effeta: God als centrum van de werkelijkheid en als centrum van ons eigen leven hebben
H. Mis op het terrein van de Jaarbeurs München-Riem
(10 september 2006) dat er zoiets als een "hardhorendheid" bestaat tegenover God, waaraan men met name vandaag de dag lijdt. Als christenen in een geseculariseerde wereld hebben wij de taak om voor allen de boodschap van hoop te verkondigen die het geloof ons biedt en daarvan te getuigen: dat in de gekruisigde Jezus, God de barmhartige Vader ons roept zijn kinderen te zijn en elke vorm van haat en geweld te boven te komen om bij te dragen aan de definitieve overwinning van de liefde.
De maandag, 11 september, werd grotendeels gevuld met een bezoek aan Altötting, in het bisdom Passau. Dit stadje staat bekend als het hart van Beieren, "Herz Bayerns". Daar wordt de "Zwarte Madonna" bewaard, vereerd in de Gnadenkapelle (Kapel van de genade) en doel van talrijke pelgrims uit Duitsland en de landen van centraal Europa. Daar dichtbij is ook het capucijnenklooster van de heilige Anna, waar de heilige Konrad Birndorfer leefde, die door mijn voorganger Pius XI in het jaar 1934 is heilig verklaard.
Met de talrijke pelgrims die bij de heilige Mis aanwezig waren, welke gevierd werd op het plein tegenover het heiligdom, hebben we Paus Benedictus XVI - Homilie
Om van Maria het juiste bidden te leren
Tijdens de H. Mis op de Kapelplatz voor de gedachteniskapel in Altötting
(11 september 2006) over de rol van Maria in het heilswerk, om van haar de dienstwillige goedheid te leren, de nederigheid en de edelmoedige aanvaarding van de wil van God. Maria leidt ons naar Jezus: deze waarheid werd aan het eind van het goddelijk Offer nog zichtbaarder gemaakt door de devote processie waarin wij, terwijl we het beeld van Onze Lieve Vrouw met ons meedroegen, ons op weg begaven naar de nieuwe aanbiddingskapel (Anbetungskapelle), die bij die gelegenheid geopend werd. De dag werd besloten met een Paus Benedictus XVI - Homilie
Bij Jezus zijn en gezonden zijn tot de mensen
Vesperviering met religieuzen, priesters en seminaristen in de basiliek van H. Anna te Altötting, Duitsland
(11 september 2006) in de Basiliek van de Heilige Anna in Altötting, waarbij de religieuzen en de seminaristen van Beieren aanwezig waren, samen met de leden van het Roepingenwerk.
De volgende dag, dinsdag, in Regensburg - het bisdom dat in 739 door de heilige Bonifatius is opgericht en dat de heilige Bisschop Wolfgang als patroon heeft - hebben er drie belangrijke ontmoetingen plaatsgevonden.
's Morgens de heilige Mis op het Islinger Feld, waarbij we het thema van het pastorale bezoek - Wie gelooft is nooit alleen - hebben hernomen, en Paus Benedictus XVI - Homilie
De mens zonder God is niet mogelijk
H. Mis op het Islinger Feld bij Regensburg
(12 september 2006). God, die Vader is, wil door Jezus Christus heel de mensheid verzamelen in één enig gezin, de Kerk. Daarom is degene die gelooft nooit alleen; wie gelooft hoeft niet bang te zijn in een doodlopend steegje terecht te komen.
's Middags ben ik in de Dom van Regensburg geweest, die ook bekend is om zijn koor van ongebroken stemmen, de "Domspatzen", (de mussen van de Dom), dat mag roemen op een duizendjarige actviteit en dat voor een periode van dertig jaar onder de directie heeft gestaan van mijn broer Georg. Daar is de Paus Benedictus XVI - Homilie
Zo van het geloof getuigen, dat het de kracht van de liefde uitstraalt
Oecumenische Vesperdienst in de Kathedrale Kerk van St. Peter, Regensburg
(12 september 2006) gehouden, waaraan talrijke vertegenwoordigers deelgenomen hebben van de verschillende Kerken en kerkelijke Gemeenschappen in Beieren evenals de leden van de oecumenische commissie van de Duitse Bisschoppenconferentie. Het is een door God gegeven gelegenheid geweest om samen te bidden, opdat zich de komst moge verhaasten van de volledige eenheid tussen alle leerlingen van Christus en om opnieuw te bevestigen dat wij de plicht hebben om ons geloof in Jezus Christus te verkondigen zonder afzwakkingen, maar op een integrale en duidelijke manier, en vooral door ons gedrag van oprechte liefde.
Als thema had ik de kwestie over de verhouding tussen geloof en rede gekozen. Om mijn gehoor in te leiden in de dramatiek en de actualiteit van het onderwerp, heb ik Paus Benedictus XVI - Toespraak
Geloof, Rede en Universiteit - Herinneringen en reflecties
Lezing over het thema gehouden bij de ontmoeting met vertegenwoordigers uit de wetenschap in de Aula Magna van de Universiteit van Regensburg
(12 september 2006) aangehaald uit een christelijk-islamitische dialoog uit de 14e eeuw, waarmee de christelijke gesprekspartner - de Byzantijnse keizer Manuel II Paleologos - op een voor ons onbegrijpelijk botte manier bij de islamitische gesprekspartner het probleem van de verhouding tussen godsdienst en geweld aan de orde stelt.
Dit Paus Benedictus XVI - Toespraak
Geloof, Rede en Universiteit - Herinneringen en reflecties
Lezing over het thema gehouden bij de ontmoeting met vertegenwoordigers uit de wetenschap in de Aula Magna van de Universiteit van Regensburg
(12 september 2006) heeft zich helaas ervoor kunnen lenen om verkeerd begrepen te worden. Voor de aandachtige lezer van mijn tekst is het echter helder dat ik mij op geen enkele wijze de negatieve woorden heb willen eigen maken die door de middeleeuwse keizer in deze dialoog zijn uitgesproken, en dat hun polemische inhoud niet mijn persoonlijke overtuiging uitdrukt. Mijn bedoeling was een geheel andere: Uitgaande van wat Manuel II daaraanvolgend op positieve wijze en in heel mooie bewoording zegt over de redelijkheid die de overdracht van het geloof moet leiden, wilde ik uitleggen dat niet godsdienst en geweld, maar godsdienst en rede samengaan. Het thema van mijn inleiding - beantwoordend aan de zending van de Universiteit - was dus de verhouding tussen geloof en rede: Ik wilde uitnodigen tot de dialoog van het christelijk geloof met de moderne wereld en tot de dialoog van alle culturen en godsdiensten.
Ik hoop dat bij verschillende gelegenheden tijdens mijn bezoek - bijvoorbeeld toen ik in Paus Benedictus XVI - Homilie
Effeta: God als centrum van de werkelijkheid en als centrum van ons eigen leven hebben
H. Mis op het terrein van de Jaarbeurs München-Riem
(10 september 2006) heb onderstreept hoe belangrijk het is om wat voor anderen heilig is te respecteren - helder mijn diepe respect gebleken is voor de grote godsdiensten en in het bijzonder voor de moslims, "die de ene God aanbidden" en met wie we ons inzetten om "in het belang van alle mensen de sociale rechtvaardigheid, de morele waarden, de vrede en de vrijheid gezamenlijk te verdedigen en te bevorderen" 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 3.
Ik vertrouw er dus op dat na de reacties van het eerste ogenblik, mijn woorden in de universiteit van Regensburg een stimulans en een aanmoediging kunnen vormen tot een positieve, ook zelfkritische dialoog, zowel tussen de godsdiensten onderling, als tussen de moderne rede en het geloof van de christenen.
(samenvatting in het Duits)
Dierbare zusters en broeders uit de Duitstalige landen,
De audiëntie van vandaag geeft mij de gelegenheid om terug te blikken op mijn pastorale reis door Beieren. Ik dank de Heer dat hij mij deze onvergetelijke reis in mijn Beierse geboorteland gegeven heeft, dat ik voor het eerst als opvolger van de H. Petrus heb kunnen bezoeken. Mijn diepe dankbaarheid geldt mijn landgenoten, voor de hartelijke ontvangst en voor al diegenen die met hun inzet bijgedragen hebben aan het slagen van deze reis.
Met mijn reis wilde ik de band tussen de Kerk in Duitsland en de Stoel van Petrus versterken; ik wilde in de mensen het geloof in Jezus Christus, in wie wij de gemeenschap van de Kerk belijden, versterken. Een bijzondere bedoeling had ik, om de verhouding van geloof en rede en de noodzakelijkheid van de interreligieuze dialoog, zowel als de dialoog tussen wetenschap en religie aan te tonen Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Lezing over het thema gehouden bij de ontmoeting met vertegenwoordigers uit de wetenschap in de Aula Magna van de Universiteit van Regensburg, Geloof, Rede en Universiteit - Herinneringen en reflecties (12 sept 2006).
Er is zelfkritiek noodzakelijk, en zoals ik in München naar voren heb gebracht, dat de tolerantie, die het respect voor hetgeen bij de ander heilig is, insluit Vgl. Paus Benedictus XVI, Homilie, H. Mis op het terrein van de Jaarbeurs München-Riem, Effeta: God als centrum van de werkelijkheid en als centrum van ons eigen leven hebben (10 sept 2006), 6. Met deze woorden wil ik nogmaals duidelijk mijn grote respect voor de wereldreligies en voor de moslims uiten met wie wij, zoals het Tweede Vaticaans Concilie zegt: "gemeenschappelijk de sociale rechtvaardigheid, de zedelijke waarden," en niet in de laatste plaats, "de vrede en de vrijheid verdedigen en bevorderen in het belang van alle mensen." Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 3.
De plaatsen die ik op mijn reis heb mogen bezoeken waren plaatsen die mijn levensweg gevormd hebben en waarmee ik verbonden blijf: München, Altötting, Regensburg en Freising. De ontroerende liturgische vieringen, de blijde ontmoeting met ontelbare landgenoten en pelgrims, hebben bij mij en zovele mensen een diepe indruk achtergelaten. Ik heb mijn reis, zoals destijds mijn herdersambt in München en Freising, onder de bescherming van de Patrona Bavariae gesteld Vgl. Paus Benedictus XVI, Gebed en Kruisweg, Gebed bij de Mariazuil in München (9 sept 2006). Aan de voorspraak van Maria, de Moeder van de Kerk, vertrouw ik mijn Petrusdienst toe. Maria brengt ons naar haar Zoon, ze leert ons om onze oren en hart te openen voor Hem, steeds opnieuw te luisteren naar Zijn woorden en Zijn boodschap van liefde in de wereld te verkondigen.
Met deze gedachten en herinneringen heet ik alle pelgrims uit de Duitstalige landen van harte welkom. In het bijzonder begroet ik de deelnemers aan de bedevaart van het diocees Salzburg met hun aartsbisschop Alois Kothgasser. Ik ben verheugd over uw aanwezigheid.
Dierbare vrienden, "Wie gelooft is nooit alleen". Geef aan onze medemens de hoop door die van Jezus Christus, de Verlosser van de wereld, komt. De Heer zegent u allen.