
H. Paus Johannes Paulus II - 26 september 1980
Het is goed dat wij onze werkzaamheden beginnen met binnen te dringen in het binnenste of, om zo te zeggen, het hart van het priesterlijk gebed dat door Christus werd uitgesproken. Wij weten wel hoe belangrijk het ogenblik was waarop Hij de woorden van dit gebed uitsprak. Luisteren wij echter hoe diep, ernstig en verheven de inhoud ervan is: 'Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij' (Joh. 17, 11).
Wanneer de kerk voor haar eenheid bidt, neemt zij eenvoudig haar toevlucht tot deze zelfde woorden; met deze zelfde woorden bidden wij voor de eenheid der christenen. Dezelfde gebruiken wij om van de Vader in Christus' naam de eenheid af te smeken, die wij moeten bereiken in de vergadering van de bisschoppensynode welke vandaag na een lange en nauwgezette voorbereiding haar werk begint; een werk, waarvan het onderwerp de taken van het christelijk gezin zijn.