KERSTBOODSCHAP 1940
(Soort document: Paus Pius XII - Radiotoespraak)
Paus Pius XII -
24 december 1940
PARAGRAAF 1 - Het verlangen naar een nieuwe ordening
Het is nu een jaar geleden, eerbiedwaardige broeders en beminde zonen, dat wij van deze plaats enige verklaringen van principiƫle aard hebben afgelegd over de wezenlijke voorwaarden voor een vrede, overeenkomend met de beginselen van rechtvaardigheid, billijkheid en eer, dus van dien aard dat hij duurzaam zou zijn. En al heeft de daarop volgende ontwikkeling van de gebeurtenissen de verwezenlijking er van tot een latere tijd verschoven, toch hebben de gedachten, die wij toen uiteengezet hebben, niets verloren van hun, intrinsieke waarheid en aansluiting bij de werkelijkheid, en evenmin van hun waarde als uitdrukking van zedelijke verplichting.
Op het ogenblik staan wij tegenover een, felt, dat een merkwaardige en tekenende belangrijheid bezit. Uit de hartstochtelijke polemieken der strijdende partijen over de doeleinden van de oorlog en de regeling van de vrede duikt in altijd duidelijker vorm een quasi communis opinio
Een als het ware algemeen gevoelen op, die beweert, dat zowel het Europa van voor de oorlog als zijn publieke regelingen zich in zulk een omvormingsproces bevinden, dat daarmee het begin van een nieuw tijdperk betekend wordt. Europa en de ordening der staten, zo beweert men, zullen niet meer zijn wat ze voorheen waren. Iets nieuws, iets beters, iets meer ontwikkelds, iets organisch gezonders, vrijer en krachtigers moet in de plaats komen, van het verledene, om de fouten, zwakheden en gebreken daanvan te vermijden, die, naar men zegt, in het licht der jongste gebeurtenissen zeer duldelijk te voorschijn zijn gekomen.
Het is waar: de verschillende partijen wijken in opvattingen en doelstellingen van elkaar af; maar zij komen overeen in het verlangen naar een nieuwe ordening; en een louter en eenvoudig terugkeren tot de toestanden van voorheen achten zij niet wenselijk, noch mogelijk.
Zulke stromingen en gevoelens laten, zich niet voldoende verklaren enkel door een, <i>rerum novarum cupiditas</i>. Omwentelingszucht In het licht der ervaringen van dit tijdperk van lijden, onder de verpletterende druk van de offers die het vraagt of oplegt, maken nieuwe kennis en nieuw opkomende strevingen zich meester van de geesten en de gemoederen. Een zonneklare kennis der gebrekkigheid van het heden. Een vastbesloten streven naar een ordening, die de rechtsnormen voor het leven van iedereen staat afzonderlijk en voor het internationale leven in veiligheid stelt. Dat dit onstuimig verlangen zich met groter levendigheid doet gevoelen in de brede kringen van diegenen, die leven van het werk hunner handen, altijd gedwongen als zij zijn in vrede en bij oorlog meer dan anderen het bittere te proeven der wanverhoudingen op economisch, eigenlands en internationaal gebied, daarover kan niemand verwonderd zijn. En nog minder zal de Kerk daarover verbaasd zijn, die als moeder van allen zonder uitzondering beter den kreet gevoelt en begrijpt, welke als van zelf losbarst uit de gemartelde ziel der mensheid.
© 1941, Ecclesia Docens - G&S 0136 blz. 81-102
Vert.: Nederlandsche Katholieke Stemmen jrg. XLI, afl 7, juli 1941