Paus Pius XII - 24 december 1940
KERSTBOODSCHAP 1940 | |||
► | Inleiding | ||
► | Dankbetuiging, wederkerige wensen en beden |
Dank, eerbiedwaardige broeders en beminde zonen, dank, zo zeggen wij u uit heel de volheid van ons hart, voor de ons dierbare gave van uw tegenwoordigheid op deze vooravond van het heilig Kerstfeest; dank, zo zeggen wij u met diepgevoelde, innige erkentelijkheid, voor uw fijngevoelde wensen en uw vurige gebeden pro Ecelesia et Pontifice, Voor Kerk en Paus wensen en gebeden, waarvan de vereerde deken van het H. College, die ons zo na aan het hart ligt en onze achting en genegenheid zo waardig is, zich tot de gezagvolle en welsprekende tolk heeft gemaakt. Die rijkdom van kerstgaven daalt des te zoeter neer in onze ziel, naarmate de tijden, waarin wij leven, droeviger zijn.
Ons antwoord voor u zijn onze vaderlijke gevoelens, onze door hartelijk gebed tot God vergezelde en verlevendigde wensen voor de aanstaande feesten en voor het nieuwe jaar; dat is ons antwoord voor u, die God in Zijn genadige voorzienigheid geroepen heeft om aan onze zijde te staan als wijze en getrouwe raadgevers, beproefd en bereid tot de dienst van de dominicus grex de kudde des Heren voor u, die, als leden van de Romeinse curie een diep bewustzijn en begrip hebt van de verheven taak om ieder in zijn eigen bediening en in zijn eigen werkkring, mede te werken en deel te nemen aan de alomvattende herderlijke zorg van den plaatsbekleder van Jezus Christus.
Over allen te zamen en over ieder uwer in het bijzonder, dienaren en bewakers van de civitas supra montem posita (Mt. 5, 14, De stad bovenop de berg gelegen) over u allen, die meer nog dan anderen tot taak hebt, u de vermaning van de Heer: luceat lux vestra coram hominibus Vgl. Mt. 5, 16. Uw licht moet schijnen voor de mensen eigen te maken en in beoefening te brengen smeken wij van den eeuwige Hogepriester, in een tijdsgewricht zo zwaar geladen met gebeurtenissen, ook voor de Kerk en de haar toevertrouwde zielen, datgene af, wat Hij zelf den Vader in een plechtig en heilig uur voor Zijn apostelen vroeg: Pater sancte, serva eos in nomine Tuo.... Non rogo, ut tollas eos de mundo, sed ut serves eos a malo.... Sanctifica eos in veritate. (Joh. 17, 11.15.17, Heilige Vader, bewaar hen in Uw naam... Ik vraag niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij ze bewaart voor het kwaad... Heilig hen in de waarheid).