Paus Benedictus XVI - 9 september 2006
Beste Communicantjes
Beste ouders en opvoeders
De lezing die we zojuist gehoord hebben, is uit het laatste boek van de boeken van het Nieuwe Testament, de zogenaamde Openbaring van Johannes, genomen. De ziener wordt een blik naar boven, in de hemel, en naar voren, naar de toekomst, gegund. Maar juist zo spreekt hij ook over de aarde en over de huidige tijd. En wij willen de juiste weg vinden - het ware leven ontdekken, ons niet vergissen, niet in de woestijn eindigen. Wij willen niet aan het einde moeten zeggen: Ik ben de verkeerde weg ingeslagen, mijn leven is voorbijgevlogen en verkeerd gegaan. Wij willen blij zijn over het leven, wij willen, zoals Jezus eens zei: "Leven in overvloed hebben".
Maar luisteren we nu naar de Ziener van de Openbaring. Wat zegt hij? Hij spreekt van een wereld van verzoening. Over een wereld, waarin mensen "uit alle naties en stammen, volkeren en talen" in vreugde met elkaar verenigd zijn. Hoe gaat dat? Wat is de weg daarnaar toe?
Het eerste en belangrijkste is: deze mensen leven met God samen. Hij heeft "zijn tent onder hun opgeslagen", hoorden we in onze lezing. Wat is dat, die "tent van God"? Waar is deze? Hoe komen we daar terecht? De Ziener duidt dat eigenlijk al aan in het eerste hoofdstuk van het Evangelie volgens Johannes, waar geschreven staat: "Het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond" letterlijk: Hij heeft zijn over ons opgetrokken (Joh. 1, 14). God is niet ver weg van ons, ergens in een ver wereldruim, waar niemand naar toe kan komen. Hij heeft Zijn tent opgeslagen bij ons. In Jezus is Hij één van ons geworden, naar lichaam en bloed zoals wij. Dat is Zijn tent. En Hij is bij de Hemelvaart niet zomaar ergens heen gegaan. Zijn tent, Hij zelf met Zijn lichaam als één van ons, blijft bij ons. Wij kunnen daar tot Hem spreken, met Hem praten. Hij luistert naar ons en wanneer we opmerkzaam zijn, horen wij ook, dat Hij antwoord geeft.
Nog één keer: in Jezus woont God onder ons. Maar ook nog een keer: waar is dat dan nu? Onze lezing geeft twee antwoorden daarop. Ze spreekt van de mensen die "hun kleren gewassen hebben in het bloed van het Lam" en dat daardoor hun kleren wit geworden zijn. Dat klinkt voor ons als iets heel bijzonders.
In het cryptische woordgebruik van de Ziener is het een verwijzing naar het Doopsel. De woorden "het bloed van het Lam" wijst op de liefde van Jezus, die Hij behouden heeft tot in de dood. Deze tegelijk goddelijke en menselijke liefde is het bad waarin Hij ons onderdompelt bij het Doopsel - het bad waarmee Hij ons wast, ons schoon maakt, zodat wij weer bij God passen, met Hem samenleven kunnen. De daad van het Doopsel is echter slechts het begin. In het met Jezus meegaan, in het geloven en leven met Hem raakt Zijn liefde ons aan, die ons reinigt en ons lichtend maakt. Wit is in de voorstelling van de oude wereld de kleur van het licht. De witte gewaden betekenen dat wij door het geloof een licht worden, de duisternis, de leugen, de huichelarij, het kwade geheel afleggen en heldere, godgewijde mensen worden. Zowel het doopkleed als het witte kleed bij de Eerste Communie dat jullie aan hebben moge ons daaraan herinneren en zeggen: Wordt door het meeleven met Jezus en met de gemeenschap van de gelovigen, de Kerk, zelf een heldere mens, een mens van de waarheid en het goede - een mens, waardoor het goede, de goede God zelf oplicht.
Het tweede antwoord op de vraag, waar we Jezus vinden, geeft ons de Ziener weer in zijn cryptische taal. Hij zegt, dat het Lam de vele mensen uit alle culturen en volkeren naar de bron van het water des levens voert. Zonder water is er geen leven.
Dat wisten de mensen, die aan de grens van de woestijn woonden, heel goed. Zo is voor hun de bron van levend water uiteindelijk tot het symbool van het Leven geworden. Het Lam, dat betekent Jezus, brengt de mensen tot de bron van het Leven. Tot deze bron behoort de Heilige Schrift, waarin God zelf tot ons spreekt en ons zegt, hoe men goed moet leven. Tot deze bron behoort echter ook meer.
De eigenlijke bron is Jezus zelf waardoor God zich aan ons geeft. En dat doet Hij het meest in de heilige Communie, waarin wij, om zo te zeggen, direct van de bron van het Leven kunnen drinken. Hij komt tot ons en verenigt Zich met ieder van ons. We kunnen het zien: door de Eucharistie, het Sacrament van de Communie, vormt zich een gemeenschap over alle grenzen en talen heen. We zien het hier. Hier zijn bisschoppen van alle talen en uit alle delen van de wereld aanwezig - door de Communie vormt zich een wereldwijde Kerk, waarin God met ons spreekt en leeft.
Zo moeten we de Communie ontvangen: als een ontmoeting met Jezus, met God zelf, die ons naar de bron van het werkelijk Leven leidt.
Beste ouders!
Ik wil jullie hartelijke uitnodigen jullie kinderen te helpen geloven en hun op de weg naar de Communie, die verder gaat na de Eerste Communie, op hun weg naar Jezus en met Jezus te begeleiden.
Alsjeblieft, ga met jullie kinderen naar de kerk voor de Eucharistieviering op de zondag. U zult zien dat het geen verloren tijd is, het houdt de familie bij elkaar en geeft het een middelpunt. De zondag wordt mooier, de gehele week wordt mooier, wanneer jullie gemeenschappelijk de vieringen bijwonen.
En alsjeblieft, bidt ook thuis met elkaar, bij het eten, voor het slapen gaan. Het bidden brengt ons niet alleen tot God, maar ook tot elkaar. Het is een kracht van de vrede en de vreugde. Het leven in de familie wordt feestelijker en groter, wanneer God daarbij is en zijn aanwezigheid ervaren wordt.
Beste godsdienstleraren en opvoeders! U vraag ik van harte, de vraag naar God, naar die God, die zich in Jezus Christus getoond heeft, in de school aanwezig te houden. Ik weet dat het moeilijk is in de pluralistische wereld het geloof in de school ter sprake te brengen.
Maar het is niet voldoende wanneer de kinderen en de jonge mensen op school alleen kennis en technisch kunnen leren, maar geen maatstaf leren, die de kennis en het kunnen richting en zin geeft. Prikkel de leerlingen niet alleen over allerlei soorten dingen te vragen, dat is ook goed, maar vooral te vragen naar het "waar komt het vandaan" en "waar gaat het heen". Helpt hun te herkennen, dat alle antwoorden, die niet in de richting van God komen, onvolledig zijn.
Alle drie de leerhuizen - familie, school, parochie - behoren bij elkaar en helpen ons om de bronnen van het Leven te vinden - en, beste kinderen, beste ouders en beste opvoeders, wij willen toch allen "Leven in overvloed" hebben.
Amen.