• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

De R.-K. Kerk wordt ervan beschuldigd te kort te schieten in realiteitszin en weinig verantwoordelijkheidsgevoel te tonen ten opzichte van de hiv/aids problematiek in Afrika omwille van haar stellingname in zake voorbehoedmiddelen bij het voorkomen van seksuele besmetting.

De Pauselijke Raad voor het Gezin heeft bij verschillende gelegenheden steeds herinnerd aan de boodschap van de R.-K. Kerk met betrekking tot de moeilijke kwestie van het voorkomen van hiv/aids. Die boodschap is, kort gezegd, gebaseerd op de waarde van het gezin. Wat op het spel staat, is de visie op man en vrouw, op hun waardigheid, op zin en betekenis van de geslachtelijkheid als voorgehouden in het document, gewijd aan de menselijke seksualiteit, van die Raad Pauselijke Raad voor het Gezin, Richtlijnen voor de opvoeding in gezinsverband, De ware betekenis van de menselijke seksualiteit (8 dec 1995). Waar een werkelijke opvoeding tot gezinswaarden van trouw, echtelijke kuisheid, de echte betekenis van wederzijdse gave bestaat – en dat betreft ook en met name de Staten – en waar men erin slaagt opdringerige vormen van promiscuïteit te overwinnen, daar zal de mens een menselijke overwinning behalen, ook op dat verschrikkelijke verschijnsel.

Bij het voorkomen van epidemieën kan men onderscheid maken tussen middelen die echt voorkómen van andere die ze indammen. Voor malaria bijvoorbeeld, een ziekte, vergelijkbaar met hiv/aids wat haar invloed op de bevolking betreft en het aantal dodelijke slachtoffers dat ze maakt, zijn de preventieve maatregelen, de laatste jaren ontwikkeld – met name in de strijd tegen de malariamug – vooral beperkend omdat ze de ziekte niet in de wortel kunnen aanpakken. Theoretisch effectief, zijn deze maatregelen in de praktijk weinig effectief gebleken omdat het onmogelijk is alle larven te vernietigen of alle poelen op te drogen of mensen te verhinderen open waterreservoirs te hebben.

Een ander voorbeeld is tyfuskoorts waarbij de preventie effectief is geworden omdat men mensen ertoe heeft kunnen brengen attent te zijn op de bronnen waaruit ze water drinken. Dat is werkelijke preventie geworden omdat men erin geslaagd is een foutieve houding te corrigeren die verantwoordelijk was voor de besmetting.

Wil het wat aids betreft tot echte preventie komen, dan zal het nodig zijn mensen ervan te overtuigen dat ze hun seksuele gedrag moeten veranderen, dat de voornaamste oorzaak is van de besmetting. Zolang men geen poging doet in die richting is er van preventie geen sprake.

Preservativa maken deel uit van de middelen om seksuele verbreiding van het hiv/aids te beperken. Allen zijn het er echter over eens dat er op dat gebied geen ‘perfectie’ bestaat noch zijn kan. Zonder te spreken van de mogelijkheid dat deze middelen scheuren of van hun plaats raken – hetgeen tijdens seksueel verkeer altijd mogelijk is – is het duidelijk dat voorbehoedmiddelen ‘werken’, als ze ‘correct’ gebruikt worden Unaids: Sexual behavioural change for hiv. Where have theories taken us?, in: Unaids Best Practice Collection/99, 27E (juni 1999), 20 en alleen dan; een optimale conditie die in feite ruim plaats laat aan het niet optimale W. Cates, A. Hinman, Aids and absolutism – the demand for perfection in prevention, in: The New England Journal of Medicine, 327 (7), 492-494; W. Roper, H. Peterson, J. Curran, Commentary: Condoms and hiv/std Prevention – Clarifying the message, in: American Journal of Public Health 83 (4), 501-503. Details omtrent de talrijke gevallen van niet werken van voorbehoedmiddelen zijn elders al voldoende beschreven K. April, R. Koster, G. Fantacci e.a., Qual è il grado effettivo di protezione dall’hiv del preservativo?, in: Medicina e Morale (1994), 44 (5), 903-905; R. Kirkman, Condom use and failure, in: The Lancet (1990), 336 (8721), 1009; R. Kuss, H. Lestradet, Sida: communication, information et prévention, in: Le sida, propagation et prévention, Rapports de la commission VII de l’Académie Nationale de Médicine (Editions de Paris 1996), 12-55; J. Suaudeau, Le ‘sexe sûr’ et le preservatif face au défi du sida, in: Medicina e Morale (1997/4), 689-726. De realiteit is dat men om uiteenlopende redenen preventie gelijk is gaan stellen met "goed gebruik van het voorbehoedmiddel" zonder dat de effectiviteit van het voorbehoedmiddel met betrekking tot de epidemie van het hiv/aids statistisch bewezen is en – om de waarheid te spreken – bewezen kan worden; vanwege de vele factoren die de epidemie mede bepalen.

Die ‘principiële beslissing’ heeft opzettelijk verdoezeld, wat men al lang wist aangaande de betrekkelijke effectiviteit van voorbehoedmiddelen als contraceptivum W. Grady, M. Hayward, J. Yagi, Contraceptive failure in the United States: estimates from 1982 National Survey of Family Growth, in: Family Planning Perspectives (1986), 18 (5), 200-209; S. Jejeebhoy, Measuring contraceptive use-failure and continuation: an overview of new approaches, in: Measuring the Dynamics of Contraceptive Use (United Nations, New York 1991), 21-51, tables 3, 5; D. Potts, G. Swyer, Effictiveness and risks of birth-control methods, in: British Medical Bulletin (1970), 26 (1), 26-32; E. Jones, J. Forrest, Contraceptive failure rates based on the 1988 nsfg (National Survey of Family Growth), in: Family Planning Perspectives (1992), 24 (1), 12-19; M. Vessey, M. Lawless, D. Yeates, Efficacy of different contraceptive methods, in: The Lancet (1982), 1 (8276), 841-842; World Health Organization, Communicating Family Planning in Reproductive Health. Key Message for Communicators (who, 1997), 18. In feite laten de statistieken op dit gebied bijna 15 missers zien op de 100 seksuele contacten waarbij van een voorbehoedmiddel gebruik gemaakt werd. Men wil dus doen geloven dat, als door een soort tovermiddel, het virus-hiv, dat 450 maal kleiner is dan spermatozoa, geblokkeerd zou kunnen worden door het preservatief; zonder rekening te houden met het feit dat de spermatozoa zelf in staat zijn 15 x op 100 voltrokken seksuele contacten de barrière van het preservatief te passeren. De enig bruikbare statistische studie met betrekking tot de effectiviteit van voorbehoedmiddelen in de strijd tegen het hiv/aids is dat van de Groupe d’Etudes Européen I. De Vincenzi, Comparison of female to male and male to female transmission of hiv in 563 stable couples, in: British Medical Journal (1992), 304: 809-813; I. De Vincenzi, for the European Study Group on Heterosexual Transmission of hiv, A longtitudinal Study of Human immunodeficiency virus transmission by heterosexual partners, in: The New England Journal of Medicine (1994), 331 (6), 341-346. Maar die studie gaat over stabiele serodiscordante paren In die situatie van hiv-serum discordante paren (paren waarvan de ene partner met het hiv-serum besmet is, de andere niet) lijkt de belangrijkste factor voor overdracht van het hiv niet het al dan niet gebruiken van een voorbehoedmiddel te zijn, maar het seksuele gedrag van de partners en de aan- of afwezigheid van door seksueel verkeer overgedragen ziekten. In zijn statistiek van 1987 heeft N. Padian aangetoond dat het risico van besmetting met het hiv uiteindelijk afhangt van het aantal partners en van het aantal seksuele contacten met een besmette partner. N. Padian, L. Marquis, D. Francis e.a., Male-to-Female Transmission of Human Immunodeficiency Virus, in: Journal of the American Medical Association (1987), 258 (6), 788-790, zonder genitale infecties, op basis van de Europese situatie, waar in ieder geval de seksuele overdracht van het virus meer dan alleen maar beperkt wordt. Andere statistieken – die met voorzichtigheid te interpreteren zijn – laten altijd een percentage missers zien van minstens 10% (10 op 100 gebruikte voorbehoedmiddelen) P. Gøtzsche, M. Hørding, Condoms to Prevent hiv Transmission Do Not Imply Truly Safe Sex, in: Scandinavian Journal of Infectious Diseases (1988), 20 (2), 233-234; H. Hearst, S. Hulley, Preventing the heterosexual spreda of aids. Are we giving our patient the best advice?, in: Jama (1988), 259 (16), 2428-2432; J. Kelly, Using condoms to prevent transmission of hiv. Condoms have an appreciable failure rate, in: British Medical Journal (1996), 312 (7044), 1478; J. Kelly, J. St. Lawrence, Cautions about condoms in prevention of aids, in: The Lancet (1987), 1 (8258), 323; S. Vermund, Editorial: Casual sex and hiv Transmission, in: American Journal of Public Health (1995), 85 (11), 1488-1489; J. Vessey, D. Larson, J. Lyons e.a., Condom Safety and hiv, in: Sexually Transmitted Diseases (1994), 21 (1), 59-60; S. Weller, A meta-analysis of condom effectiveness in reducing sexually transmitted hiv, in: Social Science Medicine (1993), 36 (12), 1365-1644

Tenslotte, recent hebben enkele onderzoekers van de University College Medical School van Londen J. Richens, J. Inrie, A. Copas, Condoms and seat belts: the parallels and the lessons, in: The Lancet (2000), 355 (9201), 400-403 er attent op gemaakt dat de publiciteit, die aan voorbehoedmiddelen gegeven wordt in de strijd tegen hiv/aids, een averechts effect zou kunnen hebben, in de mate waarin dergelijke publiciteit de mensen tot meer riskant seksueel gedrag kan brengen, vanwege het gevoel van veiligheid dat ze hebben bij het gebruik van het voorbehoedmiddel.

Document

Naam: TERZAKE HET STOPPEN VAN DE VERSPEIDING VAN HIV/AIDS
Soort: Mgr. Jacques Suaudeau
Auteur: Mgr. Jacques Suaudeau
Datum: 19 april 2000
Copyrights: © 2000, L'Osservatore Romano, semi-officieel commentaar
Katholiek Nieuwsblad, 's Hertogenbosch
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test