• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Zeven op de tien hiv-besmette mensen leven dit jaar in Afrika zuidelijk van de Sahara, wat kinderen betreft zijn dat er 9 op 10. 570.000 Kinderen onder de 14 zijn dit jaar in Afrika zuidelijk van de Sahara besmet geraakt met hiv/aids en daarvan is 90% geboren uit seropositieve moeders.

Uit die gegevens blijkt de realiteit van de tragedie: de epidemie van hiv/aids is Afrika aan het verwoesten en de toekomst zelf van het continent staat daarmee op het spel. Recent, 10 januari 2000, is de Veiligheidsraad van de VN speciaal voor dit probleem bij elkaar gekomen Afsané Bassir Pour, Les Etats-Unis saisissent l’onu du problème du sida en Afrique, in: Le Monde (12 januari 2000), 3 en heeft verklaard dat de hiv/aids-epidemie de ernstigste factor van economische en politieke ontwrichting van Afrika is: "a security crisis", volgens de woorden van vice-president A. Gore; Africa’s aids Crisis, in: Herald International Tribune (13 januari 2000), 8 "de epidemie is meer verwoestend dan een oorlog", heeft dr. Peter Piot, directeur van unaids verklaard.

Tegenover die situatie is de R.-K. Kerk niet onverschillig gebleven, integendeel. Vanaf het begin van de epidemie is de R.-K. Kerk aanwezig geweest met haar hospitalen, zorgcentra, parochies, de dienst van mannelijke en vrouwelijke religieuzen, plaatselijke organisaties tot hulp aan de zieken; ze heeft daarmee in Afrika vooraan gestaan in de strijd tegen hiv/aids. Daarom heeft de Pauselijke Raad voor het Gezin, in samenwerking met Bisschoppenconferenties bij gelegenheid van cursussen over het gezin en ethische kwesties verschillende bijeenkomsten gehouden met medici en ziekenverplegenden die betrokken zijn bij de strijd tegen de aids. De meerderheid van die bijeenkomsten is gehouden in Afrika zuidelijk van de Sahara, getroffen door de epidemie.

Voor ogen is te houden dat de inzet van de R.-K. Kerk zoals altijd discreet en effectief is geweest. Bovenal moeten we de bewonderenswaardige toewijding en buitengewone edelmoedigheid erkennen van zovelen in Oeganda, Kenia, Tanzania, Ghana, Ivoorkust, Benin, Centraal-Afrika, Burkina Faso die we de aids-patiënten hebben zien bezoeken in hun huizen en die hun menselijke bijstand en medische zorg verlenen en vaak eten en drinken. Om de werkelijkheid van de aids in die landen te begrijpen moet men, wat wij gedaan hebben, de vrijwilligers volgen bij hun bezoeken waar ze de duistere woningen binnengaan en zich vol medelijden en zorg buigen over een uitgemergelde vrouw die op sterven ligt, waaromheen drie of vier kinderen die morgen niets meer zullen hebben, ook hun moeder niet.

We moeten denken aan die zusters die zoveel aids-wezen opgenomen hebben en hun onderdak, voedsel, onderwijs geven terwijl ze links en rechts bedelen en rekenen op een minimum aan publieke steun en een minimale bijdrage van de verantwoordelijke internationale instanties. We moeten denken aan die leken, mannen en vrouwen, afkomstig vaak van andere continenten, die erin slaagden hoop, leven en voedsel te geven aan zoveel vrouwen, besmet door aids en door allen uitgestoten als onrein. Hier ter plaatse hebben we Christus zien lijden, veracht, gestigmatiseerd, verworpen, ziek en niet bezocht, stervend aan honger en dorst. We hebben begrip gekregen voor de afschuwelijke eenzaamheid en het verschrikkelijke gevoel van afgewezen te zijn. Maar we hebben Christus ook gezien die zieken bezoekt, lijdenden troost, aids-patiënten omhelst, de verantwoordelijkheid op zich neemt voor aids-wezen.

Terwijl we in onze herinnering de serene en vriendelijke gezichten bewaren van zoveel vrouwen en mannen in Afrika die dagelijks zonder ophef bezig zijn in die harde strijd tegen de verwoesting van de hiv/aids epidemie, zijn we verdrietig over recente met veel ophef aan de pers gedane verklaringen bij gelegenheid van een korte reis in enkele Afrikaanse landen. In die verklaringen wordt de R.-K. Kerk beschuldigd van onverschilligheid tegenover de tragedie van de aids in Afrika.

Het is waar dat wie voor het eerst met eigen ogen de verschrikkelijke realiteit van het aids-probleem in Afrika ziet, sterk geschokt wordt en een reactie van verontwaardiging ligt dan voor de hand. Dan zoekt men een schuldige en, zoals vaak gebeurt, beschuldigt men dan degene die, zij het op onvolmaakte wijze, daar iets aan probeert te doen, terwijl anderen ermee volstaan te kritiseren.

Document

Naam: TERZAKE HET STOPPEN VAN DE VERSPEIDING VAN HIV/AIDS
Soort: Mgr. Jacques Suaudeau
Auteur: Mgr. Jacques Suaudeau
Datum: 19 april 2000
Copyrights: © 2000, L'Osservatore Romano, semi-officieel commentaar
Katholiek Nieuwsblad, 's Hertogenbosch
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test