Joseph Kardinaal Ratzinger - 14 september 2000
ARDENS FELICITATIS Instructie over gebeden om van God genezing te verkrijgen |
|||
► | Discilplinaire bepalingen |
Het is voor iedere gelovige geoorloofd God om genezing te bidden. Als zulk gebed geschiedt in een kerk of een andere gewijde plaats, is het passend dat erin wordt voorgegaan door een gewijde ambtsdrager.
Gebeden om genezing worden als liturgisch beschouwd als ze zijn opgenomen in de door het bevoegde gezag van de Kerk goedgekeurde liturgische boeken; anders gaat het om niet -liturgische gebeden.
§1 Liturgische gebeden om genezing geschieden met inachtneming van de voorgeschreven ritus met de liturgische gewaden, die de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst
Ordo unctionis infirmorum eurumque pastoralis curae
De pastorale zorg rond de zieken en de ziekenzalving (7 december 1972) aangeeft in het Romeins rituaal, en met de eigen daarin vermelde heilige gewaden.
§2 De Bisschoppenconferenties kunnen overeenkomstig de Inleiding, VII De aanpassingen door de Bisschoppenconferenties van hetzelfde Romeins rituaal in de riten van de Ziekenzegening de aanpassingen aanbrengen die ze nuttig of eventueel noodzakelijk achten, na ze eerst aan de Heilige Stoel te hebben voorgelegd.
§1 De diocesane bisschop heeft volgens Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) voor zijn particuliere Kerk het recht om voor liturgische vieringen voor genezing normen vast te stellen.
§2 Zij die zulke liturgische vieringen voor genezing voorbereiden dienen bij de viering ervan zich aan deze normen te houden.
§3 Voor het houden van dergelijke diensten is uitdrukkelijke toestemming noodzakelijk, zelfs als ze worden georganiseerd door bisschoppen of kardinalen, of als dezen daaraan deelnemen. Wanneer daarvoor een gerechtvaardigde en proportionele reden is, heeft de diocesane bisschop het recht die toestemming aan een andere bisschop te weigeren.
§1 Niet-liturgische gebeden om genezing moeten onderscheiden worden van liturgische vieringen, en zijn bijeenkomsten om te bidden of om het Woord van God te lezen; ook deze vallen onder het toezicht van de plaatselijke ordinaris volgens canon Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983).
§2 Zorgvuldig moet vermeden worden dat zulke vrije niet-liturgische gebedsbijeenkomsten verward worden met liturgische vieringen in strikte zin.
§3 Met name van de kant van hen die bij dergelijke bijeenkomsten de leiding hebben, dient men te voorkomen dat deze smeekbeden gelijken op vormen van hysterie, gekunsteldheid, aanstellerij, sensatiezucht.
Het gebruik van de sociale communicatiemiddelen' met name van de televisie, tijdens liturgische en niet -liturgische gebeden om genezing valt onder het toezicht van de diocesane bisschop, overeenkomstig canon Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) en de door de Congregatie voor de Geloofsleer in haar Instructie van 30 maart 1992 Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie over bepaalde aspecten van het gebruik van de sociale communicatiemiddelen bij de bevordering van de geloofsleer (30 mrt 1992) vastgestelde normen.
§1 Onverkort de hierboven in artikel 3 genoemde beschikkingen, en met uitzondering van de vieringen voor zieken die in de liturgische boeken van de Kerk voorzien zijn, moeten geen liturgische of niet -liturgische gebeden om genezing ingevoegd worden in de viering van de heilige eucharistie, de sacramenten of het getijdengebed.
§2 In de in § 1 vermelde vieringen mogen in de voorbede of het gebed van de gelovigen speciale gebedsintenties voor de genezing van zieken worden ingevoegd op het moment dat daarvoor voorzien is.
§ 1 Het dienstwerk van het exorcisme moet in strikte afhankelijkheid van de diocesane bisschop worden uitgeoefend, waarbij men zich dient te houden aan de norm van canon Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983), aan de Brief van de Congregatie van de Geloofsleer van 29 september 1985 en aan het Romeins rituaal.
§2 De exorcisme-gebeden uit het Romeins rituaal moeten onderscheiden blijven van de liturgische en niet-liturgische gebedsvieringen voor genezing.
§3 Het is absoluut verboden dergelijke exorcisme-gebeden op te nemen in de viering van de heilige Eucharistie, de Sacramenten of het getijdengebed.
Zij die voorgaan in liturgische of niet -liturgische gebedsvieringen voor genezing, moeten streven naar een sfeer van rustige vroomheid onder de aanwezigen, en dienen de nodige wijsheid te betrachten, zo er onder hen genezingen zouden plaats vinden. Na afloop van de viering kunnen ze eventuele getuigenissen zorgvuldig en eerlijk verzamelen en aan de bevoegde kerkelijke overheid voorleggen.
De diocesane bisschop dient gezagvol tussenbeide te komen als er misbruiken optreden bij liturgische of niet-liturgische gebedsvieringen voor genezing, als er duidelijk aanstoot wordt gegeven aan de gelovige gemeenschap, en wanneer er ernstige tekortkomingen zijn in het onderhouden van de liturgische en disciplinaire normen.