
H. Paus Johannes XXIII - 11 oktober 1962
GAUDET MATER ECCLESIA Openingstoespraak Tweede Vaticaans Concilie |
|||
► | Bevordering van de eenheid onder de Christenen en onder alle mensen |
De bezorgdheid van de Kerk om de waarheid te bevorderen en te beschermen berust op het heilsplan van God "die wil dat alle mensen gered worden en tot erkenning van de waarheid komen" (1 Tim. 2, 4): volgens dit heilsplan kunnen de mensen slechts met de hulp van de gehele geopenbaarde leer tot die absolute en gevestigde eenheid komen, waardoor de ware vrede en het eeuwig geluk verbonden worden.
Helaas heeft de gehele familie der Christenen deze zichtbare eenheid in de waarheid nog niet volledig bereikt. Maar de Katholieke Kerk rekent het tot haar plicht ijverig mede te werken om het grote mysterie van die eenheid te verwezenlijken, die Jezus Christus op de vooravond van Zijn offer zo vurig van Zijn Hemelse Vader heeft afgesmeekt; en zij geniet een zeer aangename rust, daar zij weet dat zij zo innig met dit gebed van Christus verenigd is; ja, het vervult haar met grote vreugde wanneer zij ziet dat deze bede ook onder hen, die van haar gescheiden zijn, overvloedige en veelvuldige vruchten draagt. Want, als Wij het goed beschouwen, blijkt deze eenheid zelf, die Jezus Christus voor Zijn Kerk heeft afgesmeekt, als het ware een drievoudig bovennatuurlijk en heilzaam licht uit te stralen: de eenheid van de katholieken onder elkaar, die, in voorbeeldige standvastigheid uitstralend, behouden moet blijven; vervolgens de eenheid in gebed en in het brandend verlangen, waarmee de van de Apostolische Stoel gescheiden Christenen de eenheid met ons afsmeken; de eenheid tenslotte in de achting en het respect jegens de Katholieke Kerk bij diegenen, die, zij het nog niet christelijk, verschillende vormen van godsdienst belijden.
Daarom doet het Ons zo'n groot verdriet dat nog een groot deel van de mensen - ofschoon alle mensen toch van hun geboorte af in het bloed van Christus verlost zijn - nog geen deel heeft aan de bronnen van de goddelijke genade, welke de Katholieke Kerk bezit. Zo komt het dat op de Katholieke Kerk, waarvan het licht alles verlicht en waarvan de kracht van bovennatuurlijke eenheid tot voordeel van de gehele mensheid strekt, deze prachtige woorden van de H. Cyprianus zo juist van toepassing zijn: "Vervuld van goddelijk licht straalt de Kerk over de gehele wereld haar stralen uit: het is echter één licht, dat overal straalt en waardoor de eenheid van haar lichaam niet verbroken wordt. Zij strekt haar takken in rijke bloei over de gehele wereld uit, zij doet rijke stromen vloeien: maar er is slechts één hoofd, één oorsprong, één moeder, die met overstromende vruchtbaarheid gezegend is: uit haar schoot worden wij geboren, met haar melk gevoed, van haar geest bezield" H. Cyprianus van Carthago, Over de eenheid van de Katholieke Kerk, De catolicae ecclesiae unitate (1 jan 250). 5.
Eerbiedwaardige broeders,
Dat is het doel van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie; terwijl het de beste krachten van de Kerk in zich verenigt en zich ijverig inspant dat de heilsboodschap door de mensen met meer vreugde wordt aanvaard, bereidt en bevestigt het als het ware de weg tot die eenheid van het menselijk geslacht, welke de noodzakelijke basis is om een op de hemel gelijkende aardse Stad te worden, "waarin de waarheid koning is, waar de liefde wet is en welke van eeuwige duurzaamheid is." H. Augustinus, Brieven, Epistulae. 138, 3