
H. Paus Johannes XXIII - 11 oktober 1962
Bij het begin dus van deze algemene Synode wendt de Plaatsbekleder van Christus, die tot u spreekt, zijn blik vanzelfsprekend naar het verleden en hij hoort uit dit verleden als het ware een opgewekte en bemoedigende stem: want gaarne brengt hij zich de verdienstelijke Pausen in herinnering, die in de oudste en in de nieuwere tijd geleefd hebben; uit de Concilies van Oost en West, vanaf de vierde eeuw tot aan de Middeleeuwen en in onze tijd, hebben zij de getuigenissen van die eerbiedwaardige en plechtige stem tot ons overgebracht. Deze getuigenissen verkondigen voortdurend met grote ijver de roem van die goddelijke en menselijke Maatschappij, namelijk van de Kerk van Christus, die van de Goddelijke Verlosser naam, genaden en volledige kracht ontvangt.