H. Paus Paulus VI - 24 juni 1967
Bovendien zou volgens anderen de handhaving van het celibaat in de kerk zeer nadelige gevolgen hebben in plaatsen, waar het priestertekort, dat door het Tweede Vaticaans Concilie werd geconstateerd en ernstig betreurd, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 35 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 1 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 10-11 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 19.38 een dramatische situatie schept, doordat dit tekort een belemmering vormt voor de verwezenlijking van Gods heilsplan en soms zelfs de mogelijkheid van de eerste evangelieverkondiging in gevaar brengt. Sommigen schrijven namelijk dit schrijnend priestertekort toe aan de zware last van de celibaatsverplichting.