H. Paus Paulus VI - 24 juni 1967
De Kerk kan en mag overigens niet vergeten, dat de jonge man bij de keuze van het celibaat – als deze geschiedt met menselijke en christelijke wijsheid en verantwoordelijkheidsbesef – geleid wordt door de genade, die de natuur niet vernietigt of haar geweld aandoet, maar haar veredelt en haar bovennatuurlijke kwaliteiten en kracht schenkt. God, die de mens geschapen en verlost heeft, weet, wat Hij van de mens kan vragen en Hij geeft hem al de nodige hulp om te kunnen volbrengen, wat zijn Schepper en Verlosser van hem vraagt. St. Augustinus, die in zichzelf zo diep en pijnlijk de zwakheid van de menselijke natuur had ervaren, zegt: “Geef wat gij beveelt, en beveel wat gij wilt” H. Augustinus, Belijdenissen, Confessiones. X, 29, 40: P.L. 32, 796.