H. Paus Paulus VI - 24 juni 1967
Wij roepen in de geest heel het volk Gods bijeen en vragen het om, krachtens zijn plicht, de priesterroepingen te bevorderen, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de priesteropleiding, Optatam Totius Ecclesiae (28 okt 1965), 2 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 11 een dringend gebed te richten tot de Vader van allen, tot de goddelijke Bruidegom van de Kerk en tot de Heilige Geest, de “ziel” van de Kerk, de voorspraak van de heilige Maagd Maria, de Moeder van Christus en van de Kerk, vooral in onze tijd deze goddelijke gave mogen schenken, die de Vader zeker met milde hand zal geven, en dat de mensen zich daarvoor mogen openstellen in diep geloof en intense liefde. Mogen aldus de priesters in de wereld van onze tijd, die verstoken is van de goddelijke heerlijkheid Vgl. Rom. 3, 23 , steeds volmaakter gelijkvormig worden aan de éne Hogepriester en de schitterende roem zijn van Christus Vgl. 2 Kor. 8, 23 , zodat zij een sprekend getuigenis geven van de heerlijkheid van de genade” Gods over de gehele aarde. Vgl. Ef. 1, 6