H. Paus Paulus VI - 24 juni 1967
Onze laatste voorgangers hebben hun vurige ijver en hun kennis aangewend om de geestelijkheid op dit instituut te wijzen en hen tot de onderhouding ervan aan te sporen. H. Paus Pius X, Apostolische Exhortatie, Over de heiligheid van de priesters, Haerent animo - Ad Clerum (4 aug 1908) Paus Benedictus XV, Brief, Aan Franciscus Kordac, aartsbisschop van Praag (1 jan 1920). A.A.S. 12 (1920) 585-588 Paus Pius XI, Encycliek, Over het Katholieke priesterschap, Ad Catholici Sacerdotii fastigium (20 dec 1935), 50-56 Paus Pius XII, Apostolische Exhortatie, Aan geheel de geestelijkheid in vrede de na te streven heiligheid van het priesterlijk leven, Menti Nostrae (23 sept 1950) H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Bij gelegenheid van de 100e sterfdag van de H. Pastoor van Ars, Sacerdotii Nostri primordia (1 aug 1959), 15-19. Wij willen niet nalaten, bijzonder blijk te geven van onze piëteit jegens onze onmiddellijke voorganger, die nog steeds voortleeft in het hart van de mensen en die tijdens de Romeinse Synode (1960) in aanwezigheid en met instemming van de geestelijkheid van Rome het volgende verklaarde: “Vooral bedroeft het ons, dat sommigen... zich overgeven aan de illusie, dat de Katholieke Kerk het plan zou hebben of het wenselijk zou achten, de wet van het kerkelijk celibaat op te heffen, die eeuwenlang het hoogste en schitterende sieraad was en nog is van het priesterschap. Het celibaat en de zorg om het te handhaven blijven ons altijd herinneren aan de historische en roemvolle tijden van vroeger, toen Gods Kerk een felle strijd moest voeren en een drievoudige overwinning behaalde; want dit is het embleem van de overwinning van Christus’ Kerk, nl. dat zij is vrij, rein, universeel”. H. Paus Johannes XXIII, Toespraak, Over de wetenschap, de zuiverheid en de taal van de priester of het hoofd, het hart en de tong van de priester - Op de 2e dag van de Romeinse Synode, Ad Vobiscum (26 jan 1960), 13