H. Paus Paulus VI - 24 juni 1967
Het feit, dat de priester zich op een nieuwe en verheven titel, nl. door het celibaat, aan Christus heeft toegewijd, verleent hem ongetwijfeld ook in het praktische leven grotere kansen op succes en een sterk vermogen om het hart en het gemoed van de mensen te treffen, zodat hij voortdurend de volmaakte liefde kan uitoefenen, Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Basiliek van de Verrijzenis - Jeruzalem (26 mrt 2000), 10. Waardoor hij zich royaler en concreter kan besteden voor allen Vgl. 2 Kor. 12, 15 en waardoor hij uiteraard meer vrij en beschikbaar wordt voor de uitoefening van zijn ambt Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 16 en voor een aanwezigheid van activiteit en liefde in de wereld, waarin Christus hem gezonden heeft Vgl. Joh. 17, 18 . Zo geeft hij aan Gods kinderen in de volste maat alles, wat hij hun verschuldigd is. Vgl. Rom. 1, 14