H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1981
Het tweede gedeelte van de viering zal ons op die dag in de namiddag bijeenroepen naar de basiliek van Maria de Meerdere, waar de morgenplechtigheid zal worden voltooid door de leer die de 1550e verjaardag van het Concilie van Efeze ons ter overweging aanbiedt. Daartoe dringt ons bovendien de bijna unieke samenloop van omstandigheden, dat namelijk dit jaar de dag van Pinksteren valt op 7 juni, zoals dat ook het geval was in het jaar 431, op welke dag - die aanvankelijk bestemd was voor het begin van de zittingen en die later op de 22e juni zou vallen - te Efeze de eerste groepen bisschoppen aankwamen.
Die leerstellingen zullen bezien worden in het licht van de beginselen van het Tweede Vaticaans Concilie en vooral rekening houden met het bewonderenswaardige hoofdstuk VIII van de constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964). Want zoals het Concilie van Efeze door zijn christologische en soteriologische leer bewerkte dat de waarheid omtrent het goddelijk moederschap van Maria - Theotokos werd bevestigd, zo doet namelijk Vaticanum II ons er aan denken dat de Kerk, uit kracht van de Heilige Geest geboren in het cenakel van Jeruzalem, naar Maria opzag als het voorbeeld van het geestelijk moederschap van de kerk zelf en als haar prototype. Want op die dag zendt zij, die door paus Paulus VI de H. Paus Paulus VI - Toespraak
Post Duos Menses
Sluiting van de Derde Zittingsperiode van het Tweede Vaticaans Concilie
(21 november 1964) is genoemd, de kracht van haar tussenkomst naar de moederkerk en houdt zij de apostolische impuls in stand waaruit de kerk ook nu nog leeft, omdat gelovigen van alle tijden en alle plaatsen voor God worden voortgebracht.
Daarom zal de namiddagplechtigheid van het pinksterfeest ons naar die belangrijke Mariabasiliek van Rome brengen om door die akt speciaal te herdenken hoe de apostelen in het cenakel van Jeruzalem "eensgezind volhardden in het gebed met ... Maria de moeder van Jezus ... " (Hand. 1, 14) en zich op de komst van de Heilige Geest voorbereidden. Evenzo willen ook wij op die zo verheven dag eensgezind in het gebed volharden met haar, die volgens de woorden van de dogmatische constitutie van Vaticanum II over de Kerk "de moeder van God is, het model van de kerk... met name in de orde van het geloof, de liefde en de volmaakte eenheid met Christus". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 63 Volhardend derhalve in het gebed met haar en ook vertrouwend op haar, zullen wij de kerk en haar taak onder alle naties van de wereld zowel van nu als van de toekomst toevertrouwen aan de kracht van de Heilige Geest. Wij dragen immers in ons de erfenis van hen aan wie Christus, toen Hij uit de doden was opgewekt, de opdracht gaf uit te gaan in heel de wereld en het evangelie te verkondigen aan ieder schepsel. Vgl. Mc. 16, 15
Op Pinksteren met Maria, de moeder van Jezus, in gebed verenigd zijn zij er voorzeker van overtuigd dat zij dit gebod kunnen volbrengen, gesterkt door de kracht van de Heilige Geest, wanneer die volgens de beloften van de Heer over hen zal zijn gekomen. Vgl. Hand. 1, 8 Op die dag zullen wij als hun erfgenamen in eenzelfde akte van geloof en gebed samenzijn.