• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Om de evangelische waarheden in een nieuwe taal over te zetten, moesten zij een diep begrip hebben van hen aan wie zij van plan waren het woord van God te verkondigen door beelden en begrippen te gebruiken waaraan dezen gewend waren. Opdat hun missiewerk goede resultaten zou hebben leek het hun noodzakelijk de Bijbelse voorstellingen en begrippen van de Griekse theologie nauwgezet te voegen naar een milieu met heel andere historische ervaringen en wijzen van denken. Het ging om een nieuwe methode van catechese. Om deze als rechtmatig te verdedigen en de deugdelijkheid ervan te bewijzen aarzelde de heilige Methodius niet, eerst samen met zijn broer en later alleen, bereidwillig in te gaan op de uitnodiging zich naar Rome te begeven, welke zij in 867 van paus Nicolaas I en in 879 van paus Johannes VIII ontvingen, die de leer welke zij in Groot Moravië verkondigden, vergeleken met de leer welke de heilige apostelen Petrus en Paulus samen met het roemrijke zegeteken van hun heilige overblijfselen aan de eerste bisschopszetel van de Kerk nalieten,

Constantinus en zijn medewerkers hadden reeds eerder een nieuw alfabet opgesteld om de waarheden die verkondigd en uitgelegd moesten worden, in de Slavische taal te kunnen beschrijven en ze zo volledig begrijpelijk te maken en aan te leren voor wie ze bestemd waren. De taal en mentaliteit te leren kennen van de nieuwe volkeren aan wie het geloof werd gebracht, was een onderneming een missiegeest waardig; evenzo was hun vaste besluit voorbeeldig om zich deze taal en mentaliteit eigen te maken en alle eisen en verwachtingen van de Slavische volkeren over te nemen. Door het edelmoedige besluit zich met hun leven en traditie als het ware te vereenzelvigen gaven Cyrillus en Methodius een echt voorbeeld aan alle missionarissen die in de verschillende tijden gehoor gaven aan de aansporing van de heilige Paulus om alles voor allen te worden om allen te winnen, en vooral aan die missionarissen die zich vanaf de oudheid tot in onze tijd - in Europa en Azië en nu op alle continenten - erop hebben toegelegd de bijbel en de liturgische teksten in de zogenaamde levende talen van de verschillende volkeren over te zetten, om daarin het ene woord van God te laten weerklinken dat aldus verstaanbaar wordt overeenkomstig de uitdrukkingsvorm welke elke beschaving eigen is.

Een volmaakte gemeenschap in de liefde bewaart de kerk voor elke vorm van etnisch particularisme of exclusivisme of van rassenvooroordeel, evenals voor alle nationalistische aanmatiging. Deze gemeenschap moet elk rechtmatig louter natuurlijk gevoel van het menselijk hart verheffen en veredelen.

Maar wat ik in de mentaliteit van de Slavische apostelen Cyrillus en Methodius vooral wil benadrukken is hun vreedzame manier om de Kerk op te bouwen; daar zij immers werden geleid door het inzicht de Kerk als één, heilig en universeel te beschouwen.

Hoewel christelijke Slaven meer dan anderen, de heilige broers graag voor 'Slaven naar de geest' houden, waren zij nochtans mensen die door de Griekse cultuur waren verfijnd en door de grondbeginselen van de Byzantijnen gevormd, zodat zij in alles duidelijk tot de zowel burgerlijke als kerkelijke traditie van het christelijk Oosten behoren.

Reeds in hun tijd begonnen de geschillen tussen Constantinopel en Rome zich af te tekenen als voorwendsel tot scheiding, ook al was de betreurenswaardige breuk tussen beide delen van dezelfde christenheid nog veraf. De Evangelieverkondigers en leraren van de Slaven begaven zich naar Groot Moravië met heel de rijkdom van de traditie en religieuze ervaring waardoor het Oosterse christendom werd gekenmerkt en wat in het theologisch onderricht en de viering van de heilige liturgie op bijzondere wijze tot uitdrukking kwam.

Hoewel alle heilige diensten in alle kerken binnen de grenzen van het Byzantijnse rijk reeds lang in het Grieks werden gevierd, waren de eigen tradities van vele nationale kerken van het Oosten - zoals de Georgische en Syrische - die bij de gewijde handelingen van de taal van die volkeren gebruik maakten, bij de hogere cultuur van Constantinopel wel bekend, en vooral bij. Constantinus de filosoof dank zij de studies en herhaaldelijke contacten welke hij had gehad met christenen van die kerken zowel in de hoofdstad als tijdens zijn reizen.

Zich bewust van de ouderdom en de rechtmatigheid van deze gewijde tradities aarzelden de beide broers niet de Slavische taal in de liturgie aan te wenden en maakten er een doeltreffend middel van om de goddelijke waarheden over te brengen aan hen die deze taal gebruikten. Dat deden zij echter in een geest waaraan elke houding van neerbuigendheid of overheersing geheel vreemd was, maar bewogen door liefde voor de gerechtigheid en duidelijke apostolische ijver jegens de volkeren die in ontwikkeling waren.

Het Westerse Christendom had na de volksverhuizing de groepen vreemde volkeren met de Latijnse bewoners doen versmelten en, met de bedoeling allen te verénigen, de Latijnse taal, liturgie en cultuur tot allen uitgestrekt, welke door de kerk van Rome was overgeleverd. Uit de aldus verkregen uniformiteit vloeide voor de vooral jonge en sterk toenemende samenlevingen een zeker gevoel van kracht en duurzaamheid voort, welke bijdroeg aan zowel hun nauwere verbondenheid als aan het verkrijgen van een hechtere plaats in Europa. Het is dus te begrijpen dat elke verscheidenheid in een dergelijke situatie door velen als een gevaar werd beschouwd voor de eenheid welke nog in wording was, en de gemoederen er gemakkelijk toe te brengen waren om dit gevaar ook met aanwending van dwangmiddelen te weren

In dit opzicht is het buitengewoon en bewonderenswaardig dat de heilige broers, die in zulke ingewikkelde en onzekere situaties werkten, niet probeerden de volkeren die hun voor de prediking waren toegewezen, ook de ontegenzeglijk hogere kwaliteit van de Griekse taal en de Byzantijnse cultuur of gewoonten en zeden van de meer ontwikkelde samenleving op te leggen, waarin zij waren opgegroeid en welke hun natuurlijk vertrouwd en naar de smaak waren. Gedreven door het voortreffelijke plan de nieuwe gelovigen in Christus te verenigen pasten zij de rijke en verfijnde teksten van de Byzantijnse liturgie aan de Slavische taal aan en brachten de subtiele en ingewikkelde bewerkingen van het Grieks-Romeinse recht in overeenstemming met de mentaliteit en gewoonten van de nieuwe volkeren. Overeenkomstig dit zelfde plan van eendracht en vrede respecteerden zij ieder moment de verplichtingen van hun zending door rekening te houden met de voorrechten, de ingevoerde tradities en kerkelijke rechten door de canons van de concilies vastgesteld, zoals zij het hun plicht achtten - als onderdanen van het Oosterse keizerrijk en gelovigen van het patriarchaat van Constantinopel - aan de paus rekenschap te geven van hun missiewerk en de leer die zij beleden en onderwezen, de liturgische boeken die zij in de Slavische taal hadden samengesteld en de methoden die zij bij de evangelisatie van deze volkeren aanwendden, ter goedkeuring aan zijn oordeel te onderwerpen.

Terwijl zij hun zending ondernamen in opdracht van Constantinopel, zochten zij toch in zekere zin de bekrachtiging ervan door zich tot de Apostolische Stoel van Rome, het zichtbare centrum van de eenheid, te wenden. Hoewel de opvolgers van paus Nicolaas I bezorgd waren wegens de tegenstrijdige berichten die hun bereikten over de leer en het werk van Cyrillus en Methodius, stelden zij de twee broers volledig in het gelijk bij hun persoonlijke ontmoeting met hen. De verbodsbepalingen of beperkingen van het gebruik van de nieuwe Slavische liturgie moeten vooral worden toegeschreven aan de druk van de omstandigheden, de wisselvallige politieke verhoudingen en de noodzaak de eensgezindheid te bewaren. Zo bouwden zij door hun gevoel voor haar universaliteit gedreven de Kerk op als de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk. Dit blijkt zeer duidelijk en uitgesproken uit heel hun gedrag. Men mag zeggen, dat de smeekbede van Jezus in het hoogpriesterlijk gebed - 'dat zij één mogen zijn' - út unum sint' (Joh. 17, 21, v.) - hun missiespreuk was naar de woorden van de psalmist: 'Looft de Heer, alle volken, verheerlijkt Hem, alle naties' (Ps. 117, 1). Voor ons die nu leven, heeft hun apostolaat ook de kracht van een belangrijk oecumenisch appel: het nodigt uit in de vrede van de verzoening de eenheid te herstellen, welke na de tijd van de heilige Cyrillus en Methodius ernstig werd verzwakt, vooral tussen Oost en West.

De heilige broers uit Thessaloniki hadden de overtuiging dat elke plaatselijke kerk was geroepen om met haar gaven het katholieke 'pieroma' (volheid) te verrijken; dit kwam helemaal overeen met hun evangelisch inzicht dat de verschillende levenswijzen van de afzonderlijke christelijke kerken nooit wanklanken, onenigheden en scheuringen in de belijdenis van het ene geloof en in de beoefening van de liefde kunnen rechtvaardigen.

Document

Naam: SLAVORUM APOSTOLI
Ter herinnering aan het Evangelisatiewerk van de HH. Cyrillus en Methodius 1100 jaar geleden
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 2 juni 1985
Copyrights: © 1985, Stg. de Ark, Leusden
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test