• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

In het liturgisch gebeuren is Christus onze Heer het licht dat de weg verlicht en de kosmos doorzichtig maakt, juist zoals in de Schrift. De gebeurtenissen uit het verleden vinden in Christus hun volle betekenis, en het geschapene toont wat het werkelijk is: een complex gegeven dat zijn meest volledige uitdrukking en ware einddoel alleen in de liturgie vindt. Daarom is de liturgie de hemel op aarde; in haar doordringt het vleesgeworden Woord de materie met een heilbrengend vermogen die in de sacramenten volledig zichtbaar wordt: daar deelt de schepping aan ieder individu de kracht mee die zij van Christus heeft ontvangen. Wanneer de Heer in de Jordaan is ondergedompeld, geeft Hij aan de wateren een kracht waardoor ze het bad van wedergeboorte in het doopsel kunnen worden Vgl. H. Gregorius van Nazianze, Verhandeling. XXXIX: PG 36, 335-360. Samenhangend hiermee blijkt het liturgisch gebed in het Oosten zeer geschikt om de mens in zijn totaliteit erbij te betrekken: het mysterie wordt bezongen in heel de verhevenheid van zijn inhoud maar ook met de warmte aan gevoelens die het oproept in het hart van de verloste mensheid. Bij het heilig gebeuren wordt ook de lichamelijkheid tot lofzang uitgenodigd, en overal wordt schoonheid zichtbaar, een van de meest geliefde termen in het Oosten om de goddelijke harmonie en het model van de verheerlijkte mensheid te verwoorden Vgl. H. Clemens van Alexandrië, De pedagoog, Paedagogos. III, 1, 1: SC 158, 12: in de vorm van de Kerk, de klanken, kleuren, lichten, geuren. De lange duur van de vieringen, de telkens weer herhaalde aanroepingen, alles brengt een groeiend zich één voelen tot uiting van heel de eigen persoon met het gevierde mysterie.

En het gebed van de Kerk wordt zo een deelname aan de hemelse liturgie, een anticiperen op de uiteindelijke zaligheid.

De verstandelijke en gevoelsmatige aspecten van de mens komen volledig tot hun recht in ‘extase’ en immanentie, hetgeen bijzonder actueel is en een voortreffelijke leerschool betekent om de betekenis te verstaan van de geschapen dingen: deze zijn niet iets absoluuts en evenmin een bron van zonde en ongerechtigheid. In de liturgie tonen de dingen hun eigen natuur als een gave die door Schepper aan de mensheid wordt aangeboden: “God bezag alles wat Hij gemaakt had, en Hij zag dat het heel goed was” (Gen. 1, 31). Hoewel dat alles het stempel draagt van de tragedie van de zonde die de materie log maakt en haar helderheid verduistert, wordt deze materie door de Menswording vrijgekocht en geheel ‘goddragend’ gemaakt, dat wil zeggen, in staat om ons in contact te brengen met de Vader: in de heilige geheimen, de Sacramenten van de Kerk komt deze eigenschap het meest tot uiting.

Het christendom staat niet afwijzend tegenover de materie, de lichamelijkheid; deze komt integendeel geheel tot haar recht in het liturgisch handelen waarin het menselijk lichaam toont ten diepste tempel te zijn van de heilige Geest, en waarin het zich verenigt met Jezus de Heer die ook een lichaam heeft aangenomen voor het heil van de wereld.

Maar evenmin betekent het een absolute verheerlijking van al het fysieke; wij weten maar al te goed welk en wanorde de zonde heeft aangericht in de harmonie van het menselijk wezen.

De liturgie maakt zichtbaar dat het lichaam langs het geheim van het kruis op weg is naar de verheerlijking, de vergeestelijking: op de berg Tabor heeft Christus zijn lichaam in stralende schoonheid doen zien zoals de Vader wil dat het weer moge worden.

Ook heel de kosmos wordt uitgenodigd om dank te brengen, want hij is geroepen om geheel onder Christus’ heerschappij te worden teruggebracht. In deze opvatting wordt een evenwichtige en prachtige leer verwoord over de waardigheid van, het respect voor en de uiteindelijke bedoeling van de schepping en met name van het menselijk lichaam. Wanneer men alle dualisme afwijst evenzeer als alle verheerlijking van genot als doel in zich, wordt het lichaam een plek die door de genade wordt beschenen en die dus volledig menselijk is.

Aan hen die op zoek zijn naar een waarlijk zinvolle relatie tussen henzelf en de kosmos, nog zo vaak door egoïsme en hebzucht misvormd, toont de liturgie de weg naar de harmonie van de nieuwe mens; zij roept hen op om het eucharistisch potentieel van de geschapen wereld te eerbiedigen. Deze wereld is bestemd om opgenomen te worden in de Eucharistie van de Heer, in zijn Pascha dat aanwezig is in het offer van het altaar.

Document

Naam: ORIENTALE LUMEN
Bij gelegenheid van de honderdste gedenkdag van de Apostolische brief Orientalium Dignitas van Paus Leo XIII
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 2 mei 1995
Copyrights: © 1995, RKKerk.nl
Vert.: pater F. van Voorst tot Voorst S.J.
Bewerkt: 6 juli 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test