H. Paus Johannes Paulus II - 2 mei 1995
Dierbare medebroeders in het bisschopambt
Dierbare dochters en zonen van de Kerk
Het Licht uit het Oosten (Orientale Lumen) heeft de universele kerk verlicht vanaf het ogenblik dat over ons de ‘Opgaande zon’ (Lc. 1, 78) is verschenen, onze Heer Jezus Christus, tot Wie alle christenen zich wenden als Verlosser van de mensheid en hoop van de wereld. Door dat licht werd mijn voorganger Paus Leo XIII geïnspireerd tot het schrijven de Apostolische brief Paus Leo XIII - Apostolische Brief
Orientalium Dignitas (30 november 1894), waarin hij wil opkomen voor de betekenis van de oosterse tradities voor de hele kerk. Vgl. Paus Leo XIII, Apostolische Brief, Orientalium Dignitas (30 nov 1894), 14. De paus herinnert aan de hoogachting en concrete hulp die de Heilige Stoel heeft geboden aan de Oosterse Kerken, en het verlangen dat het eigen karakter daarvan bewaard blijft. Vgl. Paus Leo XIII, Apostolische Brief, Praeclara gratulationis publicae (20 juni 1894) Vgl. Paus Leo XIII, Encycliek, Over de verkondiging van het geloof en de Oosterse Kerken, Christi nomen (24 dec 1894)
Nu wij de honderdste gedenkdag vieren van dit gebeuren en van de initiatieven uit diezelfde tijd waarmee de paus het herstel wilde bevorderen van de eenheid met alle christenen in het Oosten, wil ik tot de RK Kerk een soortgelijke oproep doen uitgaan, waarin de talrijke ervaringen zijn verwerkt van kennismaking en ontmoetingen die in de afgelopen honderd jaar hebben plaats gehad.
Aangezien wij immers gelovigen dat de eerbiedwaardige en oude traditie van de oosterse kerken een integraal onderdeel vormt van het erfgoed van Christus’ Kerk, is het voor de katholieken allereerst noodzakelijk vertrouwd te zijn met die traditie om erdoor te worden gevoed en om het proces van de eenwording naar ieders mogelijkheden te bevorderen.
Onze oosterse katholieke broeders en zusters zijn er zich heel goed van bewust dat zij samen met onze orthodoxe broeders en zusters de levende dragers zijn van die traditie. Ook de leden van de Katholieke Kerk van de Latijnse traditie dienen die schat in heel zijn volheid te leren kennen en zo, samen met de paus, het levendige verlangen te voelen dat voor de kerk en de wereld de katholiciteit van de kerk weer zichtbaar wordt in haar volle omvang, die niet in één enkele traditie, en nog minder in de ene gemeenschap in tegenstelling tot de andere haar gestalte vindt; en dat ook wij allemaal ten volle de waarde mogen beseffen van dit door God geopenbaarde en onverdeelde erfgoed van de universele kerk Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de Oosterse Kerken, Orientalium Ecclesiarum (21 nov 1964), 1 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 17 dat in het leven van de Oosterse Kerken evenzeer als in de kerken van het Westen wordt bewaard en verder groeit.