Vóór alles moet hier het aspect naar voren worden gebracht dat de aandacht treft van ieder die acht slaat op “
de stem van de Geest die spreekt tot de kerken” (
Openb. 2, 29): de functie die dit Jubeljaar van genade heeft tussen het heilig jaar dat in 1975 gevierde is en dat wat in het jaar 2000 gevierd gaat worden, bij de dageraad van het derde millennium, het grote heilig jaar. Het gaat dus om een “overgangs-jubeljaar” tussen deze twee data als een brug die u allemaal acht jaar geleden hebt meegemaakt, toen Paulus VI z.g. alle gelovigen opriep om hun eigen geestelijke vernieuwing in Christus en de verzoening met God te beleven.
Het is het Jubeljaar van de Verlossing: maar eigenlijk biedt elk heilig jaar het mysterie van de verlossing ter verdieping aan en doet het herleven in het geloof en in de boete. Ja, sterker nog, de Kerk herinnert steeds aan de verlossing, niet alleen elk jaar, maar iedere zondag, elke dag, elk ogenblik van haar leven, want in de viering van de sacramenten is zij geheel ondergedompeld in deze sublieme en unieke gave van de liefde van God, aan ons aangeboden in Christus de Verlosser. Het aanstaande Jubeljaar is dan ook een gewoon jaar op buitengewone wijze gevierd: het bezit van de Kerk beleefd, wordt iets buitengewoons door de bijzonderheid van de aangekondigde viering.
Geplaatst in dit perspectief, in de Kairos (het bijzondere tijdstip) van de historische data die wij beleven, krijgt dit Jubeljaar het karakter van een uitdaging aan de hedendaagse mens, aan de gelovige van vandaag, opdat hij het mysterie van de verlossing meer ten volle gaat verstaan, en hij zich mee laat slepen door deze buitengewone aantrekkingsbeweging naar de verlossing, waarvan de concrete werkelijkheid zich voortdurend presenteert in de Kerk als instituut, maar die als “charisma” , als genadegave, moet worden eigen gemaakt in het uur van genade dat de Heer voor iedere mens doet slaan tijdens de beslissende ogenblikken van de christelijke levenservaring. Het gaat om een centraal staande geestelijke beweging die van nu af op het niveau van heel de Kerk gestimuleerd en voorbereid moet worden. Vandaar de noodzaak om deze zo belangrijke periode intens te beleven. Ook al heeft het aanstaande Jubeljaar niet de gebruikelijke langdurige voorbereiding gehad, toch is de Kerk klaar voor de viering ervan. De twee encyclieken "
De Verlosser van de Mens”
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptor Hominis
De Verlosser van de mensen
(4 maart 1979) en “
Rijk aan erbarmen”
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Dives in Misericordia
Over de Goddelijke Barmhartigheid
(30 november 1980) zijn concrete aanwijzingen die in zekere zin nu al de weg kunnen wijzen en richtlijnen kunnen geven voor een geëigende viering van het gebeuren. Bovendien leven we op het niveau van de universele Kerk naar de bisschoppensynode toe die door een bijzonders samenloop van omstandigheden zal plaatsvinden tijdens het Jubeljaar en die gewijd zal zijn aan een thema dat ten nauwste verbonden is met de concrete inhoud van het Jubeljaar zelf: “De verzoening en de boete in de zending van de Kerk”. Inmiddels is die synode al zo'n twee jaar in voorbereiding waardoor alle episcopaten van de wereld al op de golflengte zitten van het Jubeljaar van de Verlossing. Door middel van hen is heel de Kerk al op weg naar de viering van dat gebeuren van genade en barmhartigheid.