
18 juli 1870
In openlijke tegenspraak tot deze zo duidelijke leer van de Heilige Schrift, zoals de Kerk die steeds verstaan heeft, staan de verderfelijke opvattingen van diegenen, die de door Christus de Heer in Zijn kerk ingestelde regeringsvorm veranderen en loochenen, dat Petrus alleen, vóór de overige apostelen - zowel voorrang nemend boven de afzonderlijke apostelen als boven het gehele apostelcollege - door Christus de ware en eigenlijke voorrang van de rechtsbevoegdheid verkregen heeft. In tegenspraak met de leer van de Heilige Schrift zijn ook diegenen, die beweren dat deze voorrang de heilige Petrus niet onmiddellijk en direct zou zijn verleend, maar aan de Kerk en eerst door haar aan Petrus als aan de dienaar van deze Kerk.