18 juli 1870
Om het heilbrengende werk der verlossing duurzaam te bestendigen, heeft de eeuwige herder en Bisschop onzer zielen besloten de Heilige Kerk te bouwen. In haar moeten alle gelovigen als in het huis van de levende God door de band van het ene geloof en van de ene liefde omsloten zijn. Daarom heeft Hij voor Zijn verheerlijking de Vader niet alleen gebeden voor de apostelen, maar ook voor diegenen, die op hun woord in Hem zouden geloven, opdat allen één zouden zijn, zoals de Vader en de Zoon zelf één zijn. Vgl. Joh. 17, 20 Zoals Hij dus de apostelen, die Hij zich uit de wereld verkozen had Vgl. Joh. 15, 19 , uitzond, zoals Hijzelf door de Vader gezonden was Vgl. Joh. 20, 21 , zo zouden er naar Zijn wil ook in Zijn Kerk herders en leraars zijn tot aan "de voleinding van de wereldtijd" (Mt. 28, 20).