
24 april 1870
Daardoor komt het, dat zij als een teken, dat opgericht is onder de volkeren Vgl. Jes. 11, 12 , diegenen tot zich nodigt, die nog niet geloven, en haar kinderen de hecht gegrondveste zekerheid schenkt, dat het geloof, dat zij belijden, op de meest zekere grondslag rust. Bij dit getuigenis komt de werkzame hulp uit de kracht van boven. Want de goedgunstige Heer wekt de dwalenden door zijn genade en helpt hen, dat zij "tot de kennis der waarheid kunnen geraken" (1 Tim. 2, 4); en diegenen, "die Hij uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht" (1 Pt. 2, 9), sterkt Hij met zijn genade, opdat zij in dit licht blijven, daar Hij hen niet verlaat, wanneer Hij niet verlaten wordt. Vgl. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 17. DH 1537
Daarom zijn mensen, die zich eenmaal door dit hemelse geschenk van het geloof bij de katholieke waarheid hebben aangesloten, niet in dezelfde situatie als degenen, die door menselijke meningen geleid een valse godsdienst belijden. Want diegenen, die eenmaal het geloof onder het kerkelijk leerambt aangenomen hebben, kunnen nooit een rechtmatige reden hebben dit geloof te verwisselen of in twijfel te trekken. Daarom moeten wij "in dank jegens God de Vader, die ons in staat heeft gesteld deel te nemen aan de erfenis der heiligen in het licht" (Kol. 1, 12), dit grote heil veronachtzamen, maar "zien op Jezus, aanvang en einde van het geloof" (Hebr. 12, 2) en "vasthouden aan de onwankelbare belijdenis van onze hoop". (Hebr. 10, 23).