24 april 1870
Hoewel echter de instemming van het geloof geenszins een blinde beweging van het hart is, toch kan niemand "de prediking van de heilsboodschap beamen', zoals dat voor het verkrijgen van het heil noodzakelijk is, 'zonder verlichting en inspiratie van de Heilige Geest, die alleen de zoetheid van de instemming met en de aanname van het geloof verleent". 2e Synode van Orange, Canones (3 juli 529), 7. |DH 377 Daarom is het geloof ook daar, waar het niet in liefde tot uitdrukking komt Vgl. Gal. 5, 6 , toch in zichzelf een geschenk Gods en de geloofsdaad is een tot het heil geordend werk, waardoor de mens God zelf vrije gehoorzaamheid betoont, doordat hij met Zijn genade, die hij ook zou kunnen weerstaan, instemt en meewerkt. Vgl. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 5. DH 1525