Paus Benedictus XVI - 23 juli 2006
Midden juli 2006 hadden Hezbollah strijders vanuit Libanon twee Israëlische soldaten gekidnapt en ontvoerd naar Libanon. Ook werden raketten afgevuurd op het Noorden van Israël. Daarop is Israël begonnen met aanvallen op Libanese doelen. De strijd is daardoor nog meer ontvlamd.
Paus Benedictus XVI heeft naar aanleiding van de opgelaaide strijd in het Midden Oosten opgeroepen om op zondag 23 juli 2006 in de hele wereld te bidden voor een gerechte en blijvende vrede. In dit kader bezocht hij een gebedsbijeenkomst in de buurt van zijn vakantie verblijf in Valle d'Aoste. Daar sprak hij uit losse hand de volgende woorden.
miniatuur Koninklijke Bibliotheek
Enkel een kort woord van bezinning over de lezing die wij hebben gehoord Het betrof de tweede lezing uit de liturgie van die zondag, de 16de zondag door het Jaar: Ef. 2, 13-18 (B). Tegen de achtergrond van de dramatische situatie van het Midden Oosten treft ons de schoonheid van de visie die door Paulus wordt toegelicht Vgl. Ef. 2, 13-18 : Christus is onze vrede. Hij heeft de twee werelden één gemaakt, de joden en de heidenen, door hen te verenigen in zijn Lichaam. Hij heeft de vijandschap overwonnen in zijn Lichaam, aan het Kruis. Met zijn dood heeft Hij de vijandschap overwonnen en ons allen verenigd in zijn vrede.
Maar méér nog dan de schoonheid van deze visie, treft ons het contrast met de werkelijkheid die wij nu meemaken en zien, en dan kunnen wij in eerste instantie niets anders doen dan tegen de Heer zeggen: Maar Heer, wat zegt de Apostel ons? Dat ze "verzoend" zijn? In werkelijkheid zien wij dat ze niet verzoend zijn... Er is nog oorlog tussen de christenen, de moslims en de joden; en er zijn anderen die de oorlog aanwakkeren, en alles is nog vol vijandschap, vol geweld. Waar blijft nu de werkdadigheid van uw offer? Waar in de geschiedenis is die vrede waarover uw Apostel ons spreekt?
Wij mensen kunnen het mysterie van de geschiedenis niet ontrafelen, het mysterie van de menselijke vrijheid die "nee" zegt tegen de vrede van God. Wij kunnen niet heel het mysterie oplossen van de relatie tussen God en mens, van zijn handelen en ons antwoorden. Wij moeten het mysterie aanvaarden. Toch zijn er elementen van een antwoord dat God ons geeft. Een eerste element - deze verzoening van de Heer, dit offer van Hem - is niet zonder uitwerking gebleven. Er is die grote realiteit van de gemeenschap, de communio van de universele Kerk, van alle volkeren, het netwerk van de eucharistische communio, dat de grenzen van culturen, van beschavingen, volkeren en tijden overstijgt. Er is deze communio, er zijn deze "eilanden van vrede" in het Lichaam van Christus. Ze zijn er.
En er zijn krachten van vrede in de wereld. Als we naar de geschiedenis kijken, kunnen we de grote heiligen van de naastenliefde zien die "oases" hebben gecreëerd van deze vrede van God in de wereld, die steeds opnieuw zijn licht hebben ontstoken,en die steeds opnieuw ook in staat waren te verzoenen en vrede te stichten. Ook zijn er de martelaren die met Christus hebben geleden, die dit getuigenis van de vrede hebben gegeven, van de liefde die het geweld een grens stelt.
En doordat wij zien dat de vrede een realiteit is - ook al is de andere realiteit gebleven - kunnen we nog dieper ingaan op de boodschap van deze brief van de heilige Paulus aan de Efeziërs. De Heer heeft overwonnen aan het Kruis. Hij heeft de overwinning niet behaald door een nieuwe heerschappij, door een kracht die machtiger was dan de anderen en die in staat was hen te vernietigen; Hij heeft de overwinning niet op een menselijke manier behaald, zoals wij ons dat voorstellen, door een heerschappij die sterker is dan de ander. Hij heeft overwonnen met een liefde die in staat was zover te gaan als tot in de dood.
Dat is de nieuwe manier waarop God de overwinning behaalt: tegenover het geweld stelt Hij niet nog sterker geweld. Tegenover geweld stelt Hij juist het tegendeel: de liefde tot het uiterste, zijn Kruis. Dit is de nederige manier waarop God overwint: met zijn liefde - en zo alleen is het mogelijk - stelt Hij het geweld een grens. Dit is een manier van overwinnen die ons erg langzaam voorkomt, maar het is de ware manier om het kwaad te overwinnen, om het geweld te overwinnen, en wij moeten ons in vertrouwen overgeven aan deze goddelijke manier van overwinnen.
Zich er in vertrouwen aan overgeven wil zeggen: actief binnengaan in deze goddelijke liefde, deelnemen aan dit werk van vredestichten, om zo in overeenstemming te zijn met wat de Heer zegt: "Zalig die vrede brengen, de bewerkers van vrede, want zij zijn de kinderen van God". Wij moeten zoveel wij kunnen onze liefde brengen naar allen die lijden, in de wetenschap dat de Rechter van het Laatste Oordeel zich vereenzelvigt met de lijdenden. Wat wij dus voor de lijdenden doen, doen wij voor Laatste Rechter van ons leven. Dit is belangrijk: dat wij op dit ogenblik deze overwinning van Hem naar de wereld kunnen brengen door actief deel te nemen aan zijn naastenliefde.
In deze multiculturele en multireligieuze wereld worden er vandaag de dag velen bekoord om te zeggen: "Voor de vrede in de wereld tussen de godsdiensten en de culturen is het beter niet te veel te spreken over het specifieke van het christendom, dat wil zeggen over Jezus, over de Kerk, over de Sacramenten. Stellen we ons tevreden met de dingen die min of meer gemeenschappelijk zijn..."
Maar dat is niet waar. Juist in deze tijd - een tijd van groot misbruik van de naam van God - hebben wij de God nodig die overwint aan het Kruis, die niet met het geweld overwint, maar met zijn liefde. Juist in deze tijd hebben wij het gelaat van Christus nodig, om het ware Gelaat van God te leren kennen en zo verzoening en licht te kunnen brengen aan deze wereld. Daarom moeten wij, tegelijk met de liefde, met de boodschap van liefde, en met alles wat we kunnen doen voor de lijdenden in deze wereld, ook getuigen van deze God, van de overwinning van God, juist door middel van de niet-gewelddadigheid van zijn Kruis.
Zo komen we bij het uitgangspunt terug. Wat wij kunnen doen is: het getuigenis van de liefde geven, het getuigenis van het geloof; en het is vooral roepen tot God: wij kunnen bidden! Wij zijn er zeker van dat onze Vader luistert naar het roepen van zijn kinderen. In de Mis, bij de voorbereiding op de heilige communie, op het ontvangen van het Lichaam van Christus dat ons verenigt, bidden wij met de Kerk: "Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen". Laat dit op dit ogenblik ons gebed zijn: "Verlos ons van alle kwaad en geef ons vrede". Niet morgen of overmorgen: Geef ons, Heer, de vrede vandaag!
Amen.