H. Paus Johannes Paulus II - 24 januari 2005
De communicatie tussen God en de mens heeft haar hoogtepunt bereikt in het vleesgeworden Woord. De daad van liefde waardoor God zich openbaart, samen met het gelovige antwoord van de mensen, leidt tot een vruchtbare dialoog. Juist daarom kunnen wij, met de woorden van de leerlingen “leer ons bidden” (Lc. 11, 1), de Heer vragen ons te helpen begrijpen hoe we met God en met andere mensen moeten communiceren met behulp van al die wonderlijke communicatiemiddelen. In het licht van zo’n beslissende en definitieve communicatie vormen de media een providentiële mogelijkheid om mensen overal te bereiken, de grenzen van tijd, taal en ruimte te overwinnen, de inhoud van het geloof op de meest verschillende manieren te verwoorden en iedereen die zoekt de mogelijkheid te bieden in dialoog te gaan met het mysterie van God, dat volledig geopenbaard is in Christus Jezus.
Het mensgeworden Woord heeft ons een voorbeeld gegeven hoe wij moeten communiceren met de Vader en met onze medemensen, of dat nu tijdens momenten van stilte en inkeer is, of bij de verkondiging overal en op iedere wijze. Hij verklaart de Schriften, drukt zich uit in parabels en in gesprekken in de huiselijke kring. Hij spreekt op de pleinen, langs de straten, aan de oever van het meer en op de bergtoppen. De persoonlijke ontmoeting met Hem laat de mens niet onberoerd maar moedigt aan tot navolging: “Wat Ik u zeg in het duister, spreekt dat uit in het licht, en wat ge u in het oor hoort fluisteren, verkondigt dat van de daken” (Mt. 10, 27).
Er is echter een hoogtepunt, waar de communicatie tot volledige gemeenschap wordt: de ontmoeting in de Eucharistie. Het herkennen van Christus “bij het breken van het brood” Vgl. Lc. 24, 30-31 spoort de gelovigen aan Zijn dood en verrijzenis te verkondigen, en vreugdevolle en moedige getuigen te worden van Zijn Koninkrijk Vgl. Lc. 24, 35 .