9 april 2002
In de Kerk van Rome en andere lokale Kerken leidde de viering van de gedachtenis van de martelaren op de verjaardag van de dag van hun lijden – d.w.z. de dag van hun hoogste vorm van gelijkvormigheid aan Christus en van hun geboorte in de hemel,H. Paus Johannes Paulus II, Angelus/Regina Caeli, Dag van Vergeving (12 mrt 2000) – en vervolgens de viering van de conditor Ecclesiae (= stichter van de Kerk) – de bisschoppen van deze Kerk hadden opgericht – en andere uitmuntende geloofsbelijders, evenals van de jaarlijkse terugkeer van de wijding van de kathedrale kerk, geleidelijk tot de vorming van lokale kalenders, waarop de plaats en de datum vermeld werden van de dood va de individuele heiligen of groepen van de heiligen.
Uit de bijzondere kalenders kwamen al spoedig de algemene martyrologia Martyrologium Hieronymianum (zesde eeuw), dat van de heilige Beda (achtste eeuw), van Lyon (tiende eeuw), Huswardus (negende eeuw) en Ado (negende eeuw).
Op 14 januari 1584 promulgeerde Gregorius XIII de editio typica van het Martyrologium Romanum, bestemd voor liturgisch gebruik. Johannes Paulus II heeft de eerste editio typica ervan na het Tweede Vaticaans Concilie gepromulgeerd,H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Jubileumviering van de permanente diakens - 2000 (19 feb 2000) die met een beroep op de romeinse traditie door de gegevens van de verschillende historische martyrologia over te nemen de namen van veel heiligen en zaligen bevat en een getuigenis vormt dat uitzonderlijk rijk is aan de veelzijdige heiligheid die de Geest van de Heer in de Kerk opwekt van alle tijden en alle plaatsen.