9 april 2002
Door middel van de oefening van godsvrucht van de lichtweg (Via lucis) herdenken de gelovigen de centrale gebeurtenis van het geloof – de verrijzenis van Christus – en hun plaats als leerlingen die in het doopsel, het sacrament van Pasen, van de duisternis der zonde zijn overgegaan naar het licht van genade. Vgl. Kol. 1, 13 Vgl. Ef. 5, 8
Gedurende eeuwen heeft de kruisweg de deelname door de gelovigen aan het eerste moment van het Paasgebeuren – het lijden – tot stand gebracht en ertoe bijgedragen de inhoud ervan in het bewustzijn van het volk te prenten. Evenzo kan de lichtweg (Via lucis op doeltreffende wijze bij de gelovigen een fundamenteel begrip tot stand brengen van het tweede moment van het Pasen van de Heer, de verrijzenis, mits men zich bij het houden hiervan trouw houdt aan de evangelietekst.
De lichtweg (Via lucis) immers van het vaststellen van de werkelijkheid van het lijden, dat in Gods heilsplan niet het einddoel van het leven is, tot de hoop om het ware doel van de mens te bereiken: de bevrijding, de vreugde en de vrede, die de wezenlijke waarden van Pasen zijn.
In een maatschappij die met haar uitingen van angst en vernietiging dikwijls het stempel draagt van de ’cultuur van de dood’, is de lichtweg (Via lucis) tenslotte een stimulans om een ’cultuur van het leven’ in te voeren, dat wil zeggen een cultuur die openstaat voor de verwachtingen van de hoop en de zekerheid van het geloof.
Op sommige plaatsen wordt in deze dagen de gebedsweek voor de eenheid van de Christenen gevierd. Vgl. Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen, Richtlijnen voor de toepassing van de beginselen en normen inzake de oecumenische beweging, Oecumenisch Directorium (25 mrt 1993), 110