DIRECTORIUM OVER VOLKSVROOMHEID EN LITURGIE. PRINCIPES EN RICHTLIJNEN
(Soort document: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten)
9 april 2002
Ook op Paaszondag, het belangrijkste hoogfeest van het liturgisch jaar, vinden niet weinig uitingen van volksvroomheid plaats. Het zijn alle cultische uitingen die de nieuwe toestand en de heerlijkheid van de verrezen Christus loven, evenals de goddelijke krachten die vrijkomen uit zijn overwinning op zonde en dood.
De ontmoeting van de Verrezene met zijn Moeder
De volksvroomheid heeft gevoeld dat de vereniging van de Zoon met de Moeder blijvend is: in het uur van smart en dood, in het uur van vreugde en verrijzenis.
De woorden van de liturgie volgens welke God de Maagd bij de verrijzenis van haar Zoon met vreugde vervuld heeft, zijn door de volksvroomheid, om zo te zeggen, vertaald en als het ware uitgebeeld in de oefening van godsvrucht van de Ontmoeting van de moeder met har verrezen Zoon. Op Paasmorgen ontmoeten twee stoeten elkaar, de ene draagt de afbeelding van de Moeder van smarten, de andere die van de verrezen Christus om tot uitdrukking te brengen dat de Maagd degene was die het eerst ten volle deel had aan het mysterie van de verrijzenis van haar Zoon.
Voor deze oefening van godsvrucht geldt de opmerking die gemaakt is met betrekking tot de processie van de ’gestorven Christus’: aan het houden ervan mag geen groter belang gehecht worden dan aan de liturgievieringen van Paaszondag zelf, noch mag het gelegenheid geven tot ongepaste vermengingen.
De zegening van de tafel van het huisgezin
Een gevoel van nieuwheid doorstroomt de hele Paasliturgie. Nieuw is de natuur, aangezien Pasen op het noordelijk halfrond samenvalt met het ontwaken van de lente. Nieuw zijn vuur en water. Nieuw de harten van de Christenen, vernieuwd door de sacramenten van boete en verzoening, en, zoals te wensen is, door de christelijke initiatiesacramenten zelf. Nieuw is, om zo te zeggen, de eucharistie: het zijn tekenen en werkelijkheden die tekenen zijn van de nieuwe toestand van leven, waarmee door Christus met zijn verrijzenis een begin gemaakt is.
Onder de oefening van godsvrucht die verband houden met het Paasgebeuren, bevinden zich de traditionele zegening van de eieren, symbool van het leven, en de zegening van de dis van het huisgezin. Deze laatste zegening, die bij veel christelijke gezinnen een dagelijkse gewoonte is die aangemoedigd moet worden, krijgt een bijzondere betekenis op Paasdag. Met water dat bij de Paaswake gezegend is en dat de gelovigen als een prijzenswaardige gewoonte mee naar huis nemen, zegent het gezinshoofd of een ander lid van de huishoudelijke gemeenschap de feestdis.
De Paasgroet aan de Moeder van de Verrezene
Op sommige plaatsen wordt aan het einde van de Paaswake of na de tweede vespers van Paaszondag een korte oefening van godsvrucht gehouden: er worden bloemen gezegend die onder de gelovigen verdeeld zullen worden ten teken van Paasvreugde en men vereert de beeltenis van de Moeder van smarten, die soms gekroond wordt, terwijl men het
Regina caeli zingt. De gelovigen die zich bij de smart van de Maagd over het lijden van haar Zoon hadden aangesloten, willen zich zo met haar verheugen over de gebeurtenis van Pasen.
Een dergelijke oefening van godsvrucht, die niet vermengd mag worden met liturgisch handelen, stemt overeen met de inhoud van het Paasmysterie en vormt een verder bewijs ervan hoe de volksvroomheid de deelname van de Moeder aan het heilswerk van haar Zoon opvat.
© 2003, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 2, p. 13-198