• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

De advent is een tijd van verwachting, bekering en hoop:

  • verwachting van en herinnering aan de eerste, nederige komst van de Heiland in ons sterfelijk vlees; smeekbede vol verwachting voor de laatste, glorievolle komst van Christus, Heer van de geschiedenis en Universeel Rechter;
  • beperking, waartoe de liturgie van deze tijd oproept met de stem van de profeten en vooral van Johannes de Doper: ‘Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij’ (Mt. 3, 2);
  • vreugdevolle hoop dat het heil dat door Christus reeds tot stand is gebracht Vgl. Rom. 8, 24-25 en de werkelijkheden van genaden tot rijping en volheid komen die reeds in de wereld aanwezig zijn. Hierdoor zal de belofte veranderen in bezit, het geloof in zien en ‘zullen wij Hem zien zoals Hij is’ (1 Joh. 3, 2).
Volksvroomheid is vooral voelbaar in de Adventstijd als herinnering aan de voorbereiding op de komst van de Messias. In het Christenvolk is het bewustzijn hecht verankerd van de lange verwachting die aan de geboorte van de Heiland voorafging. De gelovigen weten dat God met profetieën de hoop van Israël op de komst van de Messias ondersteunde. De volksvroomheid ontgaat de bijzondere gebeurtenis niet, integendeel, zij wijst vol verwondering in het bijzonder op deze gebeurtenis, waardoor de God van de heerlijkheid Kind geworden is in de schoot van een maagdelijke, nederige en arme vrouw. De gelovigen zijn bijzonder gevoelig voor de moeilijkheden die de Maagd Maria onder ogen moest zie gedurende haar zwangerschap, en zij raken ontroerd bij de gedachte dat er in de herberg geen plaats was voor Jozef en Maria, die op het punt stond het Kind ter wereld te brengen. Vgl. Lc. 2, 7 .

Met betrekking tot de Advent zijn er verschillende uitingen van volksvroomheid die het geloof van het volk ondersteunen en van de ene generatie op andere het bewustzijn overdragen van enkele waarden van de liturgische tijd.

De Adventskrans.

Het gebruik om vier kaarsen op een krans van altijd groene takken te plaatsen komt vooral voor in Germaanse landen en in Noord-Amerika en is het symbool geworden van de Advent in de huizen van de Christenen.

De Adventskrans met de vier kaarsen, die geleidelijk aangestoken worden, zondag na zondag, tot het hoogfeest van Kerstmis, is de herinnering aan de verschillende etappes van de heilsgeschiedenis vóór Christus en symbool van het profetisch licht dat langzamerhand de nacht verlichtte van de verwachting tot het opgaan van de zon van de gerechtigheid. Vgl. Mal. 3, 20 Vgl. Lc. 1, 78

De Adventsprocessies.

In de Adventstijd houdt men in verschillende gebieden allerlei processen die nu eens in de straten van de steden de aankondiging zijn van de aanstaande geboorte van de Heiland (de ‘heldere ster’ van enkele Italiaanse steden), dan weer een uitdrukking van de tocht van Jozef en Maria naar Bethlehem en hun zoeken naar een gastvrije plaats (de ‘posadas’ in de Spaanse en Latijns-Amerikaanse traditie).

De quatertemperdagen van de winter
Op het noordelijk halfrond vinden in de Adventstijd de ‘quatertemperdagen van de winter’ plaats. Zij geven een seizoensovergang aan en een ogenblik van rust in enkele sectoren van menselijke activiteit. De volksvroomheid let zeer op het verloop van de levenscyclus in de natuur: terwijl men de ‘quatertemperdagen’ viert, ligt het zaad onder de aarde, erop wachtend tot het licht en de warmte van de zon, die juist op het ogenblik van de winterzonnewende haar loop herneemt, het doen ontkiemen.

Daar waar de volksvroomheid vieringen heeft ingesteld om de seizoenswisseling tot uitdrukking te brengen, dienen deze gehandhaafd en benut te worden als momenten voor een smeekgebed tot de Heer en voor een bezinning op de betekenis van de menselijke arbeid, die een meewerken is aan Gods heilswerk, een zelfverwerkelijking van de persoon, een dienst aan het algemeen welzijn en een verwezenlijking van het verlossingsplan. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 34.35.67

De Maagd Maria in de Advent
In de Adventstijd verheerlijkt de liturgie veelvuldig en op voorbeeldige wijze de heilige Maagd. Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Exhortatie, Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving, Marialis Cultus (2 feb 1974), 4 Zij herinnert aan sommige vrouwen uit het Oude Verbond die een voorafbeelding en profetie van haar zending zijn; zij prijst de houding van geloof en nederigheid waarmee Maria van Nazareth onmiddellijk en geheel instemde met Gods heilsplan en zij belicht haar aanwezigheid in de ogenblikken van genade die aan de geboorte van de Heiland voorafgaan. Ook de volksvroomheid schenkt in de Adventstijd in het bijzonder aandacht aan de heilige Maria; hiervan getuigen op ondubbelzinnige wijze de verschillende oefeningen van godsvrucht, vooral de novenen van de Onbevlekte en van Kerstmis.

Het benutten van de Advent ‘als een tijd die bijzonder geschikt is voor de viering van Moeder van de Heer’, Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Exhortatie, Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving, Marialis Cultus (2 feb 1974), 4 betekent echter niet dat deze liturgische tijd voorgesteld wordt als een ‘Mariamaand’.

In de liturgische kalenders van het christelijke oosten lijkt de tijd van voorbereiding op de verschijning (Advent) van de goddelijke redding (theofanie) in de mysteries van de geboorte-epifanie van de eniggeboren Zoon van God de Vader duidelijk mariaal te zijn. De aandacht concentreert zich op de voorbereiding op de komst van de Heer in het mysterie van de Moeder Gods. Voor het oosten zijn alle Maria-mysteries christologische mysteries, d.w.z. zij verwijzen naar het mysterie van onze redding in Christus. Zo zingt men in de koptische ritus gedurende deze tijd de lof van Maria in de Theotokia; in het syrische oosten wordt de tijd Subbara, ofwel Aankondiging genoemd om zo zijn mariale karakter te onderstrepen. In de byzantijnse ritus bereidt men zich op Kerstmis voor met een groeiende reeks feesten en mariale gezangen.

Het hoogfeest van de Onbevlekte (8 december), dat door de gelovigen intens wordt beleeft, geeft aanleiding tot manifestaties van volksvroomheid waarin de belangrijkste uiting de noveen tot de Onbevlekte is. Het lijdt geen twijfel dat het feest van de zuivere, onbevlekte ontvangenis van Maria als oorspronkelijke voorbereiding op de geboorte van Jezus goed past bij enkele dragende thema’s van de Advent: ook dit feest verwijst naar het lange wachten op de Messias en roept de profetieën en symbolen uit het Oude Testament in herinnering die ook door de Adventsliturgie gebruikt worden.

Waar de noveen van de Onbevlekte gevierd wordt, zal men de profetische teksten moeten belichten die – uitgaande van de voorspelling in Genesis 3,15 (Gen. 3, 15) – uitlopen op de groet van Gabriël aan haar ‘die vol van genade is’ (Lc. 1, 28), en op de aankondiging van de geboorte van de Heiland. Vgl. Lc. 1, 31-33

Op het Amerikaanse continent viert men bij de nadering van Kerstmis het feest van Onze Lieve Vrouw van Guadeloupe (12 december), dat gepaard gaat met veelvuldige volkse manifestaties en dat de juiste gesteldheid om de Heiland te ontvangen zeer bevordert: Maria - ’nauw verbonden met de opkomst van de Kerk in Amerika – was de lichtende ster die de verkondiging van Christus, de Heiland, aan de kinderen van deze volkeren verlichte’. H. Paus Johannes Paulus II, Angelus/Regina Caeli, Hermanos Rodriguez Racetrack in Mexico-Stad, Over Amerika (24 jan 1999)

De Kerstnoveen.

De Kerstnoveen is ontstaan om de gelovigen bekend te maken met de rijkdom van een liturgie waartoe zij niet gemakkelijk toegang hadden. De kerstmoveen heeft daadwerkelijk een heilzame functie gehad en kan deze nog steeds hebben. In onze tijd waarin de deelname van het volk aan de liturgische vieringen vergemakkelijkt is, zal het echter wenselijk zijn dat tijden de dagen van 17 t/m 23 december de verspers op plechtige wijze gevierd worden met de ’grote antifonen’ en de gelovigen uitgenodigd worden hieraan deel te nemen. Een dergelijke viering, waarbij voor het begin of na afloop gebruik gemaakt zal kunnen worden van elementen die de volksvroomheid dierbaar zijn, zou een uitstekende kerstnoveen’ kunnen vormen die in de volle zin van het woord liturgisch is en tegemoet komt aan de eisen die de volksvroomheid stelt. Binnen de viering van de vespers kunnen dan enkele elementen gerealiseerd worden waarin reeds voorzien is (bijvoorbeeld de homilie, het gebruik van wierook, de aanpassing van de voorbeden).

De kerststal.
Zoals bekend heeft zich naast de voorstellingen van de kerststal van Bethlehem, die reeds vanaf de oudheid in de kerken bestonden, vanaf de dertiende eeuw de gewoonte verbreid thuis kerststalletjes te maken. Dit gebruik wordt ongetwijfeld beïnvloed door de kerststal die door de heilige Franciscus van Assisi in Greccio in 1223 werd ingericht. Het opstellen hiervan (waarbij vooral de kinderen betrokken dienen te zijn) wordt een gelegenheid voor de verschillende leden van het gezin om in contact te komen met het mysterie van Kerstmis en om zich soms in zichzelf te keren voor een ogenblik van gebed of het lezen van de passages in de bijbel die betrekking hebben op de geboorte van Christus.
De volksvroomheid en de geest van de Advent
Door haar intuïtief begrijpen van het christelijk mysterie kan de volksvroomheid daadwerkelijk bijdragen tot een behoud van enkele waarden van de Advent die bedreigd worden. Dit gebeurt nl. op het moment dat duizenden inhoudsloze voorstellen, afkomstig uit een consumptiemaatschappij, gebruikt worden als een commercieel gebeuren ter voorbereiding op Kerstmis.

De volksvroomheid ziet immers in dat men het Kerstmis van de Heer alleen maar kan vieren in een klimaat van soberheid en van vreugdevolle eenvoud en vanuit een houding van solidariteit jegens de armen en de gemarginaliseerden; de verwachting van de geboorte van de Heiland maakt haar gevoelig voor de waarde van het leven en de plicht het te respecteren en te beschermen vanaf de conceptie; zij voelt ook aan dat men niet op consequente wijze de geboorte kan vieren van Hem ’die zijn volk uit hun zonden zal redden’ (Mt. 1, 21) zonder zich in te spannen het kwaad van de zonde uit zichzelf te verwijderen. Zij wil daarbij leven in een waakzame verwachting van Hem die zal wederkomen aan het einde der tijden.

Document

Naam: DIRECTORIUM OVER VOLKSVROOMHEID EN LITURGIE. PRINCIPES EN RICHTLIJNEN
Soort: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Datum: 9 april 2002
Copyrights: © 2003, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 2, p. 13-198
Bewerkt: 6 oktober 2022

Opties

Internetadres
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test