9 april 2002
DIRECTORIUM OVER VOLKSVROOMHEID EN LITURGIE. PRINCIPES EN RICHTLIJNEN | |||
► | INLEIDING | ||
► | Natuur en structuur |
Het Directorium bestaat uit twee delen. Het eerste deel, Hoofdlijnen in de geschiedenis, het leergezag en de theologie, reikt elementen aan om tot een harmonisch samengaan van liturgisch eredienst en volksvroomheid te komen. Vooral wordt in de geschiedenis gerijpere ervaring geschetst en het onderzoek betreffende de problematiek van onze tijd (hoofdst. I); daarna komt op organische wijze opnieuw het onderricht van het leergezag aan de orde als een onmisbare voorwaarde voor kerkelijke gemeenschap en voor vruchtbaar handelen (hoofdst. II); tenslotte worden de theologische principes naar voren gebracht in het licht waarvan de problemen met betrekking tot de relatie tussen liturgie en volksvroomheid benaderd en opgelost dienen te worden (hoofdst. III). Alleen door op een verstandige en actieve wijze deze uitgangspunten te respecteren is het mogelijk een echte veronachtzaming hiervan uit op een wederzijdse onvruchtbare onwetendheid, een schadelijke verwarming of een polemische tegenstelling.
Het tweede deel, Richtlijnen genoemd, laat een geheel zien van voorstellen voor activiteiten zonder de pretentie te hebben alle gebruiken en praktijken van vroomheid te omvatten die op afzonderlijke plaatsen bestaan. Wanneer men de verschillende uitingen van volksvroomheid vermeldt, wil men er niet ook aandringen deze over te nemen daar waar deze niet bestaan. Bij het uitwerken van dit thema wordt verwezen naar de viering van het liturgisch jaar (hoofdst. IV), maar de bijzondere verering die de Kerk voor de Moeder van de Heer heeft (hoofdst. V), naar de devotie jegens de engelen, de heiligen en de zaligen (hoofdst. VI), naar de gebeden en werken ten behoeve van de overleden broeders en zusters (hoofdst. VII) en naar het houden van bedevaarten en manifestaties van godsvrucht in de heiligdommen (hoofdst. VIII).
Het Directorium heeft in zijn geheel tot doel te oriënteren en heeft, waar het in enkele gevallen misbruiken bij voorbaat kan voorkomen, een constructieve lijn en een positieve toon. In deze context geven de Richtlijnen korte historische informatie over de afzonderlijke devoties: zij vermelden de verschillende oefeningen van godsvrucht waarin zij tot uitdrukking komen, zij herinneren aan de theologische redenen die eraan ten grondslag liggen, en geven praktische suggesties inzake tijd, plaats, taal en andere elementen voor een goede harmonisatie van liturgisch handelen en oefeningen van godsvrucht.