9 april 2002
Soms gaat de oefening van de godsvrucht aan de instelling van het feest vooraf (dit is het geval met de heilige rozenkrans), soms is het feest er veel eerder dan de oefening van godsvrucht (dit is het geval met de Engel des Heren). Dit feit onderstreept het verband dat er bestaat tussen liturgie en oefeningen van godsvrucht en beklemtoont, hoe deze laatste hun hoogtepunt vinden in de viering van het feest. In zoverre het liturgische is, verwijst het feest naar de heilsgeschiedenis en viert het een aspect van de deelname van de Maagd Maria aan het mysterie van Christus. Het moet daarom gevierd worden volgens de normen van de liturgie en met respect voor de hiërarchie die er bestaat tussen ’liturgische handelingen’ en daarmee verbonden ’oefeningen van godsvrucht’.
Een feest van de heilige Maagd Maria brengt echter als manifestatie van het volk antropologische waarden met zich mee die niet verwaarloosd mogen worden. zie hierna nr 232