9 april 2002
In de loop van het jaar valt het hoogfeest van de Tenhemelopneming van Maria (15 augustus) op door zijn talrijke theologische betekenissen. Het is de oude gedachtenis van de Moeder van de Heer, samenvatting en synthese van vele geloofswaarheden. Immers, de ten hemel opgenomen Maagd:
In de volksvroomheid leeft dit Mariafeest van 15 augustus zeer. Op veel plaatsen wordt het beschouwd als het feest bij uitstek van de Maagd: de ’dag van de heilige Maria’, zoals de Onbevlekte Ontvangenis voor Spanje en Latijns Amerika.
In de Germaanse landen is de gewoonte verbreid op 15 augustus aromatische kruiden te zegenen. Een dergelijke zegening, die eens in het Rituale Romanum opgenomen werd, Vgl. Paus Paulus V, Apostolische Brief, Promulgatie van het Rituale Romanum ex decreto sacrosancti Concilii Tridentini restitutum, Apostolicae Sedi (16 juni 1614) vormt een duidelijk voorbeeld van echte evangelisatie van voorchristelijke riten en vormen van geloof. Tot God, door wiens woord ’uit het land jong groen opschoot, gras, zaadvormend gewas […] en bomen die ieder nar zijn soort hun vruchten droegen, met zaad erin’ (Gen. 1, 12), moest men zich richten om dat te verkrijgen wat de heidenen wilden bereiken met hun magische riten: het beperken van de schade, door giftige kruiden veroorzaakt, het versterken van de doeltreffendheid van geneeskrachtige kruiden.
Met deze opvatting is gedeeltelijk het oude gebruik verbonden om – met een verwijzing naar de Schrift – op de Maagd symbolen en eigennamen toe te passen die ontleend zijn aan de plantenwereld, zoals wijnstok, aar, ceder en lelie, en in haar een bloem te zien die geurt door haar deugden, en ook nog ’spruit ontsproten aan de stronk van Isaï’ (Jes. 11, 1), die de gezegende vrucht Jezus zou voortbrengen.