DIRECTORIUM OVER VOLKSVROOMHEID EN LITURGIE. PRINCIPES EN RICHTLIJNEN
(Soort document: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten)
9 april 2002
De veertigdagentijd is de tijd die voorafgaat aan en voorbereidt op de viering van Pasen. Het is de tijd van het luisteren naar Gods woord en van bekering, van voorbereiding en herinnering aan het doopsel, van verzoening met God en met de broeders en de zuster, van een veelvuldigere toevlucht tot de
’wapens van de christelijke boetedoening’:
Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Feria IV Cinerum, Collecta het gebed, het vasten en de aalmoes (
Mt. 6, 1-6.16-18).
In het kader van de volksvroomheid wordt niet gemakkelijk de mystieke betekenis van de veertigdagentijd onderkend en worden enkele grote waarden en thema’s ervan niet begrepen, zoals de relatie tussen het ’sacrament van de veertig dagen’ en de christelijke initiatiesacramenten, evenals het mysterie van de ’uittocht’ dat gedurende het traject van de veertigdagentijd aanwezig is. Een constant element in de volksvroomheid, die geneigd is stil te blijven staan bij de mysteries van de mensheid van Christus, is tijdens de veertigdagentijd de gelovigen hun aandacht richten op het lijden en de dood van de Heer.
Het begin van de veertig dagen van boetedoening wordt in de Romeinse ritus aangeduid door het sobere symbool van de as dat de liturgie van Aswoensdag kenmerkt. Behorende tot het oude ritueel waarbij bekeerde zondaars zich onderwerpen aan de canonieke boetedoening, heeft het gebaar van het zich bestrooien met as de betekenis dat men zijn eigen broosheid en sterfelijkheid erkent, die door Gods barmhartigheid verlost moeten worden. Het is verre van een louter uiterlijk gebaar en de Kerk heeft het dan ook bewaard als het symbool van de houding van een boetewaardig hart. Iedere gelovige is ertoe geroepen deze aan te nemen gedurende de veertigdagentijd. De gelovigen, die met velen toestromen om het askruisje te ontvangen, zullen dus geholpen deze aan te nemen gedurende de veertigdagentijd. De gelovigen, die met velen toestromen om het askruisje te ontvangen, zullen dus geholpen dienen te worden om de innerlijke betekenis te zien die opgesloten ligt in dit gebaar: het maakt de mens ontvankelijk voor de bekering en de inzet voor de vernieuwing van Pasen.
Ondanks de secularisatie van de hedendaagse maatschappij ziet het Christenvolk duidelijk dat men gedurende de veertigdagentijd de harten moet richten op de werkelijkheden die echt tellen. Een evangelische inzet wordt gevraagd en een coherentie van leven die vertaald wordt in goede werken, in vormen van afstand doen van hetgeen overbodig en onnodig is en in blijken van solidariteit met de lijdenden en de behoeftigen.
Ook de gelovigen die de sacramenten van boete en verzoening en van de Eucharistie zullen ontvangen, weten op grond van een lange kerkelijke traditie dat de veertigdagentijd en Pasen in verband staan met het voorschrift van de Kerk om minstens eenmaal per jaar de eigen zware zonden te biechten en minstens eenmaal per jaar de heilige Communie te ontvangen, bij voorkeur de Paastijd. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 989.920
© 2003, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 2, p. 13-198