11 februari 1079
Ik stem volledig in met de Heilige Roomse Kerk en de Apostolische Stoel en belijdt met hart en mond, dat ik, met betrekking tot het altaarsacrament hetgeen de eerbiedwaardige Paus Nicolaas en deze Heilige Synode krachtens evangelische en apostolische autoriteit te geloven voorhouden, het volgende vast geloof;
dat namelijk het brood en de wijn, die op het altaar gelegd zijn, na de consecratie niet slechts sacrament, maar ook het ware Lichaam en Bloed van Onze Heer zijn en dat dit ware Lichaam en Ware Bloed zintuiglijk en naar waarheid, en niet slechts sacramenteel, met de handen van de priester aangeraakt en gebroken en door de tanden van de gelovigen verscheurd worden.
Dit bezweer ik bij de heilige en wezensgelijke Drievuldigheid en bij deze hoogheilige evangeliëen van Christus. Zij die tegen dit geloof optreden verdienen tezamen met hun leer en aanhangers de uitsluiting van de Kerk.