
Paus Benedictus XVI - 3 juni 2006
Daarentegen verbindt de Schrift het begrip vrijheid met dat van het kindschap: “De geest die gij ontvangen hebt, is er niet een van slaafsheid, die u opnieuw vrees zou aanjagen. Gij hebt een geest van kindschap ontvangen, die ons doet uitroepen: Abba, Vader!” (Rom. 8, 15). Wat betekent dat? De heilige Paulus veronderstelt er het sociale systeem van de antieke wereld, waarin er slaven waren die niets hadden en die daarom niet geïnteresseerd konden zijn in een juist verloop van de dingen. Overeenkomstig waren er de kinderen die ook de erfgenamen waren en die daarom de zorg hadden over het behoud en het goede beheer van hun eigendom of over het behoud van de Staat. Omdat zij vrij waren, hadden ze ook een verantwoordelijkheid.
Ook met voorbijgaan aan deze sociologische achtergrond, blijft het beginsel steeds geldig: vrijheid en verantwoordelijkheid gaan samen. De ware vrijheid toont zich in de verantwoordelijkheid, in een wijze van handelen die de medeverantwoordelijkheid op zich neemt voor de wereld, voor zichzelf en voor de anderen. Vrij is de zoon, aan wie de zaak toebehoort en die daarom niet toestaat dat zij vernietigd wordt. Alle wereldse verantwoordelijkheden waarover we gesproken hebben zijn echter deelverantwoordelijkheden, voor een bepaald bereik, een bepaalde Staat, enzovoorts. Daarentegen maakt de Heilige Geest ons tot zonen en dochters van God. Hij betrekt ons bij de verantwoordelijkheid van God zelf voor zijn wereld, voor heel de mensheid. Hij leert ons de wereld, de ander en ons zelf te bezien met de ogen van God. Wij doen het goede niet als slaven die niet de vrijheid hebben iets anders te doen, maar we doen het omdat we persoonlijk verantwoordelijkheid dragen voor het geheel; omdat we de waarheid en het goede liefhebben, omdat we God zelf liefhebben en daarom ook zijn schepselen. Dat is de ware vrijheid waartoe de Heilige Geest ons wil brengen.
De kerkelijke bewegingen willen en moeten scholen van vrijheid zijn, van deze ware vrijheid. Daar willen we deze ware vrijheid leren, niet de vrijheid van slaven die voor zichzelf een stuk wil afsnijden van de taart die van allen is, ook al heeft een ander dit dan niet. Wij willen de ware en grote vrijheid, die van de erfgenamen, de vrijheid van de kinderen van God. In deze wereld die zo vol is van schijnvrijheden die het milieu en de mens vernietigen, willen wij met de kracht van de Heilige Geest, samen de ware vrijheid leren; scholen van vrijheid oprichten; aan de anderen met ons leven laten zien dat we vrij zijn en hoe mooi het is om waarachtig vrij te zijn in de ware vrijheid van de kinderen Gods.