
15 augustus 1997
Zolang het kind in het huis van zijn ouders woont, moet het gehoorzamen aan elke vraag van de ouders, wanneer die vraag gerechtvaardigd wordt door het welzijn van het kind of dat van het gezin. "Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is de Heer welgevallig" (Kol. 3, 20). Vgl. Ef. 6, 1 De kinderen moeten ook gehoorzamen aan de redelijke voorschriften van hun opvoeders en van al diegenen waaraan de ouders hen hebben toevertrouwd. Maar indien een kind in geweten overtuigd is dat het zedelijk slecht is aan een bepaald bevel te gehoorzamen, mag het dit niet uitvoeren.
Ook wanneer ze gaandeweg volwassen worden, zullen de kinderen hun ouders blijven eerbiedigen. Zij zullen tegemoetkomen aan hun wensen, ze zullen hen graag om raad vragen en hun terechte vermaningen aanvaarden. Wanneer de kinderen zelfstandig worden, houdt de verplichting hun ouders te gehoorzamen op, maar niet het respect, dat zij blijvend verschuldigd zijn. Dat vindt immers zijn oorsprong in de vrees van God, die één van de gaven van de heilige Geest is.
De Heer heeft aan de vader aanzien gegeven bij zijn kinderen, en Hij heeft het oordeel van de moeder bindend gemaakt voor haar zonen. Wie zijn vader hoogacht, krijgt vergeving van zijn zonden en wie zijn moeder eer bewijst, is als iemand die schatten verzamelt. Wie zijn vader hoogacht, zal vreugde aan zijn kinderen beleven en als hij bidt, wordt hij verhoord. Wie zijn vader eer bewijst, zal lang leven, en wie luistert naar de Heer zal zijn moeder aanzien geven (Sir. 3, 2-6).Zoon verzorg uw vader als hij oud is, en doe hem geen verdriet, zolang hij leeft. Ook al is zijn verstand verzwakt, gij moet het hem niet kwalijk nemen, en hem niet verachten, gij die nog al uw krachten hebt (...). Hij die zijn vader in de steek laat, staat gelijk met een godslasteraar en wie zijn moeder treitert, is door de Heer vervloekt (Sir. 3, 12-13.16).
De ouders zijn de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Zij nemen deze verantwoordelijkheid allereerst op door ervoor te zorgen dat hun huis een 'thuis' wordt, waar tederheid, vergevingsgezindheid, eerbied, trouw en belangeloze dienstbaarheid regel zijn. In het gezin kunnen deugden worden voorgeleefd en aangeleerd. Dit veronderstelt het aanleren van zelfverloochening, van gezond verstand en zelfbeheersing: voorwaarden om te komen tot echte vrijheid. De ouders moeten hun kinderen leren "de natuurlijke, fysieke en instinctieve strevingen ondergeschikt te maken aan de innerlijke en spirituele waarden". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 36 Het betekent een ernstige verantwoordelijkheid voor de ouders om hun kinderen het goede voorbeeld te geven. Wanneer ze tegenover hen hun eigen fouten kunnen erkennen, zullen ze des te beter in staat zijn hen te leiden en te verbeteren.
"Wie zijn zoon liefheeft moet hem slagen blijven toedienen, wie zijn zoon goed opvoedt zal er wel bij varen" (Sir. 30, 1-2). "En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt ze op met christelijke tucht en vermaning" (Ef. 6, 4).
Door de genade van het Sacrament van het Huwelijk hebben de ouders de verantwoordelijkheid, maar ook het voorrecht ontvangen om aan hun kinderen de 'Blijde Boodschap' mee te delen. Al heel vroeg zullen zij hen in contact brengen met de christelijke heilsmysteries, want voor hun kinderen zijn de ouders de "eerste verkondigers" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11 Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1246. § 1 ervan. Vanaf hun prille jeugd zullen ze hen laten deelnemen aan het kerkelijk leven. De levensgewoonten in het gezin kunnen affectieve houdingen tot stand brengen, die gedurende het hele leven een waarachtige grondslag en steun voor het geloofsleven kunnen betekenen.
De geloofsopvoeding door de ouders moet beginnen vanaf de eerste levensjaren. Dit gebeurt al wanneer de leden van het gezin elkaar helpen om te groeien in het geloof door het getuigenis van een christelijke levenswandel in overeenstemming met het Evangelie. De gezinscatechese gaat vooraf aan en vergezelt en verrijkt de andere vormen van geloofsonderricht. De ouders hebben als taak hun kinderen te leren bidden en hen te helpen hun roeping als kinderen van God te ontdekken. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11 De parochie is de eucharistische gemeenschap en het hart van het liturgisch leven voor de christelijke gezinnen; het is een bevoorrechte plaats voor de catechese van kinderen en ouders.