• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De dag van de Verrijzenis: de nieuwe schepping
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, laat ons hem vieren in blijdschap (Ps. 118, 24).

Jezus is verrezen uit de doden, "de eerste dag van de week" (Mt. 28, 1)(Mc. 16, 2)(Lc. 24, 1)(Joh. 20, 1). Als "eerste dag" brengt de dag van Christus' verrijzenis ons de oorspronkelijke schepping in herinnering. Als "achtste dag", die volgt op de dag van de sabbat, Vgl. Mc. 16, 1 Vgl. Mt. 28, 1 verwijst hij naar de nieuwe schepping, die met Christus' Verrijzenis een aanvang nam. Voor de Christenen is hij de eerste geworden van alle dagen, het eerste feest van alle feesten, de dag des Heren (Hè kuriakè hèmera, dies dominica), de "zon(ne)dag".

Wij komen samen op de dag van de zon, omdat het de eerste dag is (na de Joodse sabbat, maar ook de eerste dag) waarop God de materie uit de chaos te voorschijn gehaald heeft en de wereld heeft geschapen, en omdat op diezelfde dag Christus uit de doden is opgestaan. H. Justinus, Eerste apologie, Apologia contra Antoninus Pius. 1,67
De zondag - vervulling van de sabbat

De zondag is duidelijk onderscheiden van de sabbat, waarop hij wekelijks chronologisch volgt; hij komt voor de Christenen in de plaats van de voorgeschreven sabbatviering. De zondag brengt de geestelijke waarheid van de Joodse sabbat in het Pasen van Christus tot vervulling en is een aankondiging van de eeuwige rust van de mens bij God. Want de eredienst van de wet was een voor bereiding op het Christusmysterie, en wat daar gebeurde was een zekere voorafbeelding met betrekking tot Christus: 1 Kor. 10,11

Zij die leefden volgens de oude ordening der dingen zijn nu gekomen tot een nieuwe verwachting; zij onderhouden niet meer de sabbat, maar wel de dag des Heren waarop ons leven gezegend is door Hem en door zijn dood. H Ignatius v. Antiochië. Magn 9,1
Door de viering van de zondag wordt het morele voorschrift onderhouden dat van nature in het hart van de mensen is gegrift: "God een eredienst bewijzen, die zichtbaar is, die in het openbaar geschiedt en regelmatig gehouden wordt als een teken van de wereldwijde weldaad aan de mensen bewezen". H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II-II,122,4 De viering van de dag des Heren vervult het morele voorschrift van het oude verbond, waarvan zij het ritme en de geest overneemt, door elke week de Schepper en de Verlosser van zijn volk te huldigen.
De zondagse Eucharistieviering

De zondagsviering van de dag des Heren en van de Eucharistie van de Heer staan in het centrum van het leven van de Kerk. "De zondag, waarop het Paasmysterie gevierd wordt, moet uit apostolische traditie in de gehele kerk als de oorspronkelijk geboden feestdag onderhouden worden". [Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)

"Zo ook moeten onderhouden worden de dag van de geboorte van Onze Heer Jezus Christus, van de Openbaring, van de Hemelvaart en van Christus' Allerheiligste Lichaam en Bloed, van de Heilige Maria, de Moeder van God, van haar Onbevlekte Ontvangenis en Tenhemelopneming, van de Heilige Jozef, van de Heilige Apostelen Petrus en Paulus en tenslotte van Allerheiligen". Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1246. § 1

Deze gewoonte van de Christenen om samen te komen dateert van het begin van de apostolische tijd. Vgl. Hand. 2, 42-46 Vgl. 1 Kor. 11, 17 De brief aan de Hebreeën herinnert eraan "niet weg te blijven van onze bijeenkomsten, zoals sommigen gewoon zijn te doen; maar laten wij elkaar moed inspreken" (Heb. 10, 25).

De traditie bewaart de herinnering aan een aansporing, die nog altijd actueel is: "vroeg naar de kerk gaan, tot de Heer naderen en zijn zonden belijden, in het gebed tot inkeer komen (...) de heilige en goddelijke liturgie bijwonen, zijn gebed beëindigen en niet vertrekken vóór de wegzending (...). Wij hebben het vaak gezegd: deze dag is u gegeven voor gebed en rust. Het is de dag die de Heer heeft gemaakt. Laat ons hem vieren in blijdschap". Anoniem, Serm. dom

"De parochie is een bepaalde gemeenschap van christen- gelovigen, in een particuliere kerk duurzaam opgericht, waarover de herderlijke zorg, onder het gezag van de diocesane bisschop, aan een pastoor als haar eigen herder is toevertrouwd".Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 515. § 1 Het is de plaats waar alle gelovigen, door de viering van de zondagse Eucharistie, verzameld kunnen worden. De parochie maakt de Christenen vertrouwd met de gewone vorm waarin het liturgische leven wordt uitgedrukt; zij brengt hen samen in deze viering; zij onderricht hen in de verlossende heilsleer van Christus en beoefent de liefde van de Heer in de werken van barmhartigheid:

Gij kunt thuis niet bidden zoals in de kerk, waar wij met velen zijn, waar wij uit één hart ons gebed naar God richten. Daar is iets meer aanwezig: de eenheid van geest, de eensgezindheid van de zielen, de band van de liefde, de gebeden van de priesters. H. Johannes Chrysostomos, De incomprehensibili Dei natura. 3,6
De zondagsplicht

Het kerkelijk gebod bepaalt de wet van de Heer en drukt deze uit: "Op zondag en op andere verplichte feestdagen zijn de gelovigen verplicht aan de Mis deel te nemen". Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1247 "Aan het voorschrift om aan de mis deel te nemen voldoet wie de Mis bijwoont, overal waar deze in een katholieke ritus gevierd wordt ofwel op de feestdag zelf ofwel op de avond van de voorafgaande dag". Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1248. § 1

De Eucharistie op zondag is de grondslag en de bezegeling van het hele christelijk leven Daarom ook zijn de Christenen verplicht om aan de Eucharistie deel te nemen op de vastgestelde dagen, tenzij ze verontschuldigd zijn vanwege een ernstige reden (zoals ziekte, zorg voor zuigelingen) of ervan ontslagen zijn door hun eigen pastoor. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1245 Zij die willens en wetens deze verplichting verwaarlozen, begaan een zware zonde.

De deelname aan de gemeenschappelijke viering van de Eucharistie op zondag is en een getuigenis van dat men toebehoort en trouw is aan Christus en zijn Kerk. De gelovigen tonen op die wijze hun gemeenschap in het geloof en in de liefde. Zij getuigen gezamenlijk van Gods heiligheid en van hun hoop op het heil. Onder leiding van de Heilige Geest bemoedigen zij elkaar.

"Indien bij het ontbreken van een gewijde bedienaar of om een andere ernstige reden de deelneming aan de eucharistische viering onmogelijk is, wordt ten zeerste aanbevolen dat de gelovigen deelnemen aan de liturgie van het woord, als er een in de parochiekerk of in een andere gewijde plaats volgens de voorschriften van de diocesane bisschop gevierd wordt, of dat zij zich gedurende de nodige tijd aan het gebed wijden, persoonlijk of in het gezin of bij gelegenheid in groepen van gezinnen". Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1248. § 2

Dag van genade en werkonderbreking

Zoals God "rustte op de zevende dag van al het werk dat Hij verricht had" (Gen. 2, 2) zo wordt het leven van de mens bepaald door het ritme van werken en rusten. De instelling van de dag des Heren draagt ertoe bij dat allen kunnen genieten van voldoende rust en vrije tijd voor de verzorging van hun gezinsleven en van hun cultureel, sociaal en godsdienstig leven. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 67. § 2

Op zondag en op de andere verplichte feestdagen dienen de gelovigen zich te onthouden van werken en bezigheden die een beletsel zijn voor de eredienst die aan God gebracht moet worden, voor de vreugde die past bij de dag des Heren, voor het beoefenen van goede werken of voor de nodige ontspanning van geest en lichaam. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1247 De behoeften van het gezin of een groot sociaal belang vormen aanvaardbare excuses ten aanzien van het voorschrift van de zondagsrust. Maar de gelovigen dienen erop toe te zien dat deze excuses geen gewoonte gaan worden, die nadelig is voor de godsdienst, voor het gezinsleven en de gezondheid

De liefde voor de waarheid zoekt de zalige ontspanning, de dwang van de liefde aanvaardt de verantwoorde arbeid. H. Paus Johannes Paulus II, Audiëntie, Geloofsbelijdenis, 19e catechese, De bewijzen voor het bestaan van God (10 juli 1985). 19,19

De Christenen die over vrije tijd beschikken, mogen hun broeders en zusters niet vergeten die dezelfde noden en dezelfde rechten hebben, maar die, omwille van hun armoede en ellende, niet kunnen rusten. De zondag is een dag, die naar goede gewoonte door de christelijke vroomheid gewijd wordt aan goede werken en nederig dienstbetoon aan zieken, hulpbehoevenden of bejaarden. De Christenen heiligen de zondag ook wanneer ze aan hun familie en vrienden de tijd en de zoog schenken, die ze op de andere dagen van de week moeilijk aan hen kunnen besteden. De zondag is een tijd van bezinning, stilte, cultuur en meditatie; daardoor wordt de groei van het innerlijk en christelijk leven bevorderd.

Het vraagt een gezamenlijke inspanning om de zondagen en feestdagen te heiligen. Elke Christen moet vermijden aan anderen, zonder noodzaak, verplichtingen op te leggen, die hen zouden beletten de dag des Heren te vieren. Wanneer de gewoonten (sport, restaurants, enz.) en de sociale verplichtingen (openbare diensten, enz.) sommigen tot werk op zondag verplichten, dan rust toch op ieder de verantwoordelijkheid om te zorgen voor voldoende vrije tijd. De gelovigen moeten, met zin voor maat en naastenliefde, erop letten dat buitensporigheden en geweldplegingen vermeden worden, die soms door massamanifestaties worden veroorzaakt. Ondanks de economische druk moeten de openbare instanties ervoor zorgen dat alle burgers kunnen beschikken over een tijd, bestemd voor rust en voor de eredienst aan God. De werkgevers hebben een soortgelijke verplichting ten opzichte van hun werknemers.

Met eerbiediging van de religieuze vrijheid en van het algemeen welzijn van allen moeten de Christenen de zondagen en feestdagen van de Kerk als wettelijke feestdagen laten erkennen Zij moeten aan iedereen een openlijk voorbeeld geven van gebed, van eerbied en vreugde en zij moeten hun tradities verdedigen als een kostbare bijdrage tot het geestelijk leven van de menselijke samenleving Als de wetgeving van het land of andere redenen tot arbeid op zondag verplichten, moet men er toch voor zorgen dat deze dag beleefd wordt als de dag van onze verlossing, die ons laat deelnemen "aan de feestelijke samenkomst", "aan de plechtige vergadering van de eerstgeborenen die in de hemel zijn ingeschreven" (Heb. 12,22-23)

"Onderhoud de sabbat, die moet heilig voor u zijn" (Deut. 5,12) "De zevende dag is een volstrekte rustdag, gewijd aan Jahwe" (Ex. 31, 15).

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test