15 augustus 1997
De trouw van de gedoopten is een fundamentele voorwaarde voor de verkondiging van het Evangelie en voor de zending van de kerk in de wereld . Om aan de mensen de kracht van zijn waarheid en zijn uitstraling te tonen, moet de heilsboodschap waarachtig zijn door het levensgetuigenis van de Christenen. "Het christelijk levensgetuigenis als zodanig en de goede werken, verricht in een bovennatuurlijke geest, hebben de kracht om de mensen aan te trekken tot het geloof en tot God". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 6
Omdat zij ledematen zijn van het lichaam waarvan Christus het hoofd is, Vgl. Ef. 1, 22 dragen de Christenen bij tot de opbouw van de Kerk door de standvastigheid van hun overtuiging en van hun zeden. De Kerk groeit, breidt zich uit en ontwikkelt zich door de heiligheid van haar gelovigen, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 39 totdat "de volmaakte Man tot stand komt, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus" (Ef. 4, 13).
Door hun leven volgens Christus verhaasten de christenen de komst van het rijk Gods , het "koninkrijk van waarheid (...), recht en gerechtigheid, een koninkrijk van vrede". H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Prefatie van Christus Koning, vert. Altaarmissaal (NL); Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 487 Daarom verwaarlozen zij hun binnenwereldse taken niet; trouw aan hun Meester vervullen zij die met rechtschapenheid, geduld en liefde.